Vragen van het lid RemcoDijkstra (VVD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Milieu over de Ontwerp-Regeling beheer verpakkingen (28 694-131) (ingezonden 9 november 2015).
Vraag 1
Kunt u specificeren hoe het verbod op uitgifte van gratis plastic tassen wordt gehandhaafd?
Richt de handhaving zich alleen op winkeliers of ook op consumenten?
Vraag 2
Hoe worden winkeliers concreet gecontroleerd of zij plastic tassen alleen tegen betaling
verstrekken? Hoe wordt gecontroleerd of een tasje de dikte van 15 micron overschrijdt
of dat het tasje verstrekt is vanwege hygiënische redenen? Hoe worden de verpakkingen
van online leveringen gecontroleerd? Hoe wordt in het geval van een hergebruikte tas
gecontroleerd of de tas ook daadwerkelijk is hergebruikt en niet nieuw wordt uitgegeven?
Vraag 3
Als de handhaving zich ook op consumenten richt, hoe worden consumenten dan gecontroleerd
of zij al dan niet hebben betaald voor een plastic tas (bijvoorbeeld op een markt
waar niet altijd een bon wordt verstrekt)? Moeten consumenten betalen voor plastic
tasjes waarvan de inhoud gratis wordt meegegeven, bijvoorbeeld op beurzen? Kunt u
concretiseren hoe consumenten en winkeliers geïnformeerd worden over het op handen
zijnde verbod? Hoe ver staat het met de vormgeving van deze campagne gezien de beoogde
datum van inwerkingtreding van dit verbod?
Vraag 4
Heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) voldoende capaciteit om dit verbod
te handhaven? In hoeverre is handhaving van het verbod op gratis plastic tasjes een
prioriteit van de ILT? Wat gebeurt er als een overtreding van het verbod wordt geconstateerd
door de ILT?
Vraag 5
Kan het gebruik van de interventieladder bij dit verbod worden toegelicht? Is het
te ontwikkelen nalevings- en risicoselectiesysteem van de ILT tijdig gereed voor de
beoogde inwerkingtreding van het verbod?
Vraag 6
Hoe rijmt u de door u gebruikte term «kracht van de samenleving om gedragsverandering
te bewerkstelligen» met een Meldpunt Verpakkingen van het Kennisinstituut Duurzaam
Verpakken waar overtredingen van het verbod kunnen worden gemeld als een soort kliklijn?
Wat wordt bedoeld met het criterium «even doeltreffende instrumenten» die aangewend
kunnen worden in plaats van lichte plastic draagtassen? Hoe kan een vaag criterium
als «even doeltreffende instrumenten» gecontroleerd worden door handhavers?
Vraag 7
Waarom kunt u het milieueffect van het wettelijk verbod, ondanks uw eerdere pogingen
daartoe, niet hard maken of specifieker onderbouwen? Is het milieueffect niet juist
het belangrijkste argument om tot terugdringen van plastic tasjes te komen? Zo nee,
welk argument overtuigt u dan om dit verbod in te stellen?
Vraag 8
Als Europa de wijze van terugdringen van het verbruik van lichte plastic tassen vrij
laat aan de lidstaten, waarom kiest u het meest rigoureuze middel van een wettelijk
verbod?
Vraag 9
Hoe denkt u over alle initiatieven en innovatie ten aanzien van bio en afbreekbare
tasjes en het fabriceren van tasjes uit andere materialen? Wat draagt een verbod,
gezien deze innovatie, bij?
Vraag 10
Hoe wordt voorkomen dat winkeliers meer geld vragen voor het plastic tasje dan dat
zij voor de aankoop hebben uitgegeven en daarmee het verbod gebruiken om extra inkomsten
te genereren?
Vraag 11
Bent u bereid de Raad van State de ministeriële regeling te laten toetsen op proportionaliteit
en uitvoerbaarheid? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Zijn winkeliers, gelet op het feit dat het verbod per 1 januari 2016 in werking treedt,
voldoende in staat zich voor te bereiden op een verbod? Kunt u in uw antwoorden aspecten
als aanpassing van winkelinrichting, toonbanken, kassasoftware, btw-verplichting,
de huidige bestellingen, voorraden, communicatie en dergelijke betrekken? Deelt u
de mening dat bedrijven en organisaties de mogelijkheid moeten krijgen om zich op
al deze gebieden zorgvuldig voor te bereiden? Bent u, gezien de korte periode die
ondernemers, winkeliers en bedrijven hebben ter voorbereiding op de nieuwe regelgeving
en de onduidelijkheden die bij deze partijen leven over de invulling en handhaving,
bereid de ingangsdatum van het verbod met een half jaar uit te stellen?
Vraag 13
Kunt u bevestigen dat u totdat de Kamer over dit voorgenomen besluit gesproken heeft
geen onomkeerbare stappen zult zetten in dit dossier?
Vraag 14
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het Algemeen overleg Circulaire economie voorzien
op 17 december 2015?