Vragen van de leden Omtzigt, Van Helvert en Geurts (allen CDA) aan de Ministers van Financiën en van Infrastructuur en Milieu over de decharge die de aandeelhouder van de NS verleende op 4 maart 2015 tijdens de ALV, ondanks het feit dat toen al duidelijk was dat NS in 2014 de Spoorwegwet overtreden had (ingezonden 30 oktober 2015).

Vraag 1

Herinnert u zich dat u na maanden wachten deze week eindelijk aan de Kamer meedeelde dat u in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 4 maart 2015 decharge verleende aan de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van de NS voor het gevoerde beleid in 2014?1

Vraag 2

Klopt het dat er sinds september 2014 een procedure tegen de NS liep bij de Autoriteit Consument & Markt (ACM) over de aanbesteding in Limburg?2

Vraag 3

Klopt het dat de ACM in januari 2015 de vooraankondiging van het besluit per brief naar de NS verstuurde?3

Vraag 4

Klopt het dat in vooraankondiging stond dat de NS de Spoorwegwet overtreden had, dit is namelijk de conclusie van het gepubliceerde besluit?

Vraag 5

Wat heeft de NS voor of op 4 maart 2015 meegedeeld over deze procedure en over de mogelijkheid/waarschijnlijkheid dat de ACM tot de conclusie kon of zou kunnen komen dat de NS de Spoorwegwet overtreden had in 2014? Kunt u deze vraag uitgebreid beantwoorden inclusief brieven, e-mails en presentaties over dit onderwerp tussen de NS en de Minister/het ministerie tussen september 2014 en juni 2015?

Vraag 6

Heeft de top van de NS de aandeelhouder voldoende geïnformeerd over de rechtszaak en de hoge waarschijnlijkheid van een veroordeling alvorens decharge verleend is voor het gevoerde beleid over 2014?

Vraag 7

Wanneer heeft de NS aan de aandeelhouder meegedeeld dat zij juridische procedures gevoerd heeft om dit besluit geheim te houden?

Vraag 8

Op wiens initiatief en voorstel zijn de procedures gevoerd om het oordeel van de ACM geheim te houden?

Vraag 9

Is bij een eventuele rechtszaak nu de NS of de overheid aansprakelijk, indien benadeelde partijen een claim neerleggen?

Vraag 10

Herinnert u zich dat u meldde dat de NS de Nederlandse Corporate Governance Code integraal naleeft?4

Vraag 11

Bent u bekend met het volgende artikel uit die code:

«II.2.12 Het remuneratierapport van de raad van commissarissen bevat een verslag van de wijze waarop het bezoldigingsbeleid in het afgelopen boekjaar in praktijk is gebracht en een overzicht van het bezoldigingsbeleid dat het komende boekjaar en de daaropvolgende jaren door de raad wordt voorzien. Het rapport vermeldt hoe het gekozen bezoldigingsbeleid bijdraagt aan de realisatie van de lange termijn doelstellingen van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming, in overeenstemming met het risicoprofiel. Het rapport wordt op de website van de vennootschap geplaatst.

II.2.13 Het in best practice bepaling II.2.12 bedoelde overzicht bevat in ieder geval de volgende informatie:

  • a) een schematisch overzicht van de kosten die de vennootschap in het boekjaar heeft gemaakt met betrekking tot de bezoldiging van bestuurders. In het overzicht wordt onderscheid gemaakt tussen het vaste salaris, de contante jaarbonus, toegekende aandelen, opties en pensioenrechten en overige emolumenten. De waardering van de toegekende aandelen, opties en pensioenrechten geschiedt volgens de normen die gelden voor de jaarverslaggeving;

  • b) een vermelding dat de in best practice bepaling II.2.1 bedoelde scenarioanalyses zijn gemaakt;

...

  • f) een beschrijving van de prestatiecriteria waarvan het deel van de variabele bezoldiging dat is gekoppeld aan de prestatiecriteria afhankelijk is, voor zover overwegingen van concurrentiegevoeligheid zich daar niet tegen verzetten, en van het deel van de variabele bezoldiging dat discretionair door de raad van commissarissen kan worden vastgesteld;

  • g) een samenvatting en verantwoording van de methoden die zullen worden gehanteerd om vast te stellen of aan de prestatiecriteria is voldaan;

  • h) een verantwoording van de relatie tussen de gekozen prestatiecriteria en de gehanteerde strategiedoelstellingen en van de relatie tussen bezoldiging en prestaties zowel ex ante als ex post;

  • i) geldende regelingen voor pensioen en de hiermee gepaard gaande financieringskosten; en

  • j) overeengekomen regelingen voor vervroegd uittreden van bestuurders.

II.2.14 De belangrijkste elementen van het contract van een bestuurder met de vennootschap worden na het sluiten daarvan gepubliceerd, uiterlijk bij de oproeping voor de algemene vergadering waar de benoeming van de bestuurder wordt voorgesteld. Deze elementen betreffen in ieder geval de hoogte van het vaste salaris, de opbouw en hoogte van het variabel deel van de bezoldiging, de eventuele overeengekomen afvloeiingsregeling en/of vertrekvergoeding, de eventuele voorwaarden van een change of control clausule in het contract met de bestuurder en andere aan de bestuurder in het vooruitzicht gestelde vergoedingen, pensioenafspraken en de toe te passen prestatiecriteria»?

Vraag 12

Waarom heeft u geweigerd het remuneratierapport over 2013 en 2014 openbaar te maken, terwijl het volgens de code, die de NS zegt na te leven, op de website moet staan?

Vraag 13

Kunt u ervoor zorgen dat de Kamer ze per ommegaande ontvangt, hetzij via de aandeelhouder, hetzij via de vennootschap? Kunt u ervoor zorgen dat indien zaken in II.2.13 niet zijn opgenomen, ze alsnog opgenomen worden?

Vraag 14

Kunt u aangeven waar de stukken onder II.2.14 te vinden zijn? Indien ze niet openbaar zijn, kunt u dan bewerkstelligen dat ze zo spoedig mogelijk openbaar worden?

Vraag 15

Heeft u via de dechargeverlening op 4 maart 2015 goedkeuring verleend over de uitbetalingen van de bonussen van de Raad van Bestuur van de NS?

Vraag 16

Kunt u deze vragen een voor een en binnen twee weken beantwoorden, aangezien de vorige vragen meer dan twee maanden op antwoord gewacht hebben en de informatie echt beschikbaar moet zijn?


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 388

X Noot
2

Besluit klacht Veolia over aanbesteding openbaar vervoer Limburg, www.acm.nl

X Noot
3

Besluit klacht Veolia over aanbesteding openbaar vervoer Limburg, www.acm.nl

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 388

Naar boven