Vragen van de leden Dijkgraaf (SGP) en Geurts (CDA) aan de Minister en Staatssecretaris van Economische Zaken over een juridische analyse van de visie van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) op de Kip van Morgen (ingezonden 20 oktober 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Dierenwelzijn in Nederland; civielrechtelijke regeling voor de «Kip van Morgen»»?1

Vraag 2

Zou volgens u een informele zienswijze van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) moeten voldoen aan de motiverings- en bewijsverplichtingen die gelden voor een besluit? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Deelt u de constatering dat met de analyse van de ACM publieke belangen zoals duurzaamheid en dierenwelzijn eigenlijk niet meewegen omdat de ACM enkel kijkt naar wat de consument over heeft voor duurzaamheid of dierenwelzijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de constatering dat onder verwijzing naar het Wouters-arrest bij de toepassing van het kartelverbod rekening gehouden moet worden met het publieke belang dat met de betreffende afspraken mogelijk gediend wordt en dat in het geval van de Kip van Morgen niet hoeft te worden aangetoond dat de afspraken efficiëntievoordelen opleveren die ten goede komen aan de portemonnee van de eindgebruikers?

Vraag 5

Bent u bereid de Europese Commissie te vragen nadere invulling te geven aan de leer van de inherente beperkingen?

Vraag 6

Deelt u de mening dat de ACM zonder uitvoerige motivering heeft vastgesteld dat bij de Kip van Morgen sprake is van een overtreding van het kartelverbod, terwijl sprake is van een inkoopafspraak en niet van prijs- en marktverdelingsafspraken of een capaciteitsreductiekartel? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Bent u van mening dat bij een mededingingstoets duurzaamheidswaarden niet alleen gemonetariseerd moeten worden, maar dat ook de voordelen die zich op langere termijn zullen voordoen meegewogen dienen te worden zoals de voorganger van de ACM in het verleden ook deed?

Vraag 8

Vindt u dat de Willingness to pay-methode om het belang van consumenten in geld uit te drukken onvoldoende rekening houdt met het publiek belang en dat hierbij aanvullende onderzoeksmethoden gebruikt hadden moeten worden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Bent u voornemens de in het artikel genoemde commentaarpunten, onder meer het expliciet meewegen van langetermijneffecten, mee te nemen bij de aanpassing van de Beleidsregel mededinging en duurzaamheid? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Bent u bereid voor het eind van het jaar de gewijzigde Beleidsregel mededinging en duurzaamheid naar de Kamer te sturen? Zo nee, wanneer kan de Kamer de gewijzigde Beleidsregel verwachten?

Vraag 11

Wat is de stand van zaken met betrekking tot het overleg met de Europese Commissie over de Europese mededingingsregels in relatie tot duurzaamheid?

Vraag 12

Kunt u deze vragen beantwoorden voor de plenaire behandeling van de begroting Economische Zaken, onderdeel Landbouw en Natuur?


X Noot
1

Jochemsen-Vernooij en van der Heul, Tijdschrift voor Agrarisch Recht, nr. 10 oktober 2015.

Naar boven