Vragen van het lid Knops (CDA) aan de Minister van Defensie over salafisme (ingezonden 12 oktober 2015).

Vraag 1

Herinnert u zich uw uitspraak in reactie op het pleidooi van het lid Knops voor een verbod op salafisme binnen Defensie: «Terecht worden er opmerkingen gemaakt over jihadisme en salafisme. Hierop wordt eenzelfde beleid losgelaten als op andere vormen van radicalisme. Laat ik duidelijk zijn; binnen de krijgsmacht is er geen ruimte voor deze vergaande, radicale vorm.»?1

Vraag 2

Hoe verhoudt zich dit tot uw ontraden van de motie Knops om het salafisme binnen Defensie te verbieden2, met de woorden: «De motie is wel wat kort door de bocht, want in de motie wordt eraan voorbijgegaan dat er ook binnen het salafisme verschillende stromingen zijn. We spraken toen over de radicale vorm van het salafisme, niet over de vredelievende stroming die er ook is.»?3

Vraag 3

Waarom noemde u in het debat op 9 september jl.4 het jihadisme en salafisme als zodanig radicaal, en maakte u geen onderscheid tussen verschillende stromingen binnen het salafisme? Waarom maakte u dit onderscheid op 22 september jl.5 wel en maakte u daarmee een draai?

Vraag 4

Kunt u uiteenzetten wat u verstaat onder «vredelievende» stromingen binnen het salafisme? Vindt u invoering van de sharia met de daarbij behorende barbaarse straffen en onderdrukking van vrouwen, homo’s en andersgelovigen, alsmede het verwerpen van democratie en rechtsstaat «vredelievend»?

Vraag 5

Hoe beoordeelt u de waarschuwing van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) dat «het Nederlandse dawa-salafisme veel minder dan een aantal jaren geleden een buffer vormt tegen het jihadisme en weer sterker een kweekvijver ervoor is geworden»?6

Vraag 6

Klopt het dat de ideologie van Al Qaeda en ISIS gebaseerd is op het salafisme?

Vraag 7

Heeft u kennisgenomen van het standpunt van de VVD dat «salafistische moskeeën die integratie actief tegenwerken, niet passen in de Nederlandse samenleving.»?7 Zo ja, hoe beoordeelt u dit in relatie tot salafisme binnen Defensie?

Vraag 8

Hoe beoordeelt u de analyse van de AIVD dat het dawa-salafisme en het jihadi-salafisme er «grotendeels dezelfde onverdraagzame en antidemocratische opvattingen op nahouden, de democratische rechtsstaat als een vorm van «afgodendienst» beschouwen, een «onverdraagzame en polariserende houding jegens andersdenkenden» aannemen, het ideaal van de sharia in een islamitische staat nastreven, en dat de dawa-salafistische boodschap net als die van de jihadisten elementen bevat die op gespannen voet staan met de beginselen van de democratische rechtsorde, zoals de vrijheid van meningsuiting en de gelijkheid voor de wet, ongeacht geslacht, geaardheid of levensovertuiging?8

Vraag 9

Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving dat de Bundeswehr een militair mocht ontslaan, omdat hij salafist was?9

Vraag 10

Klopt het dat de rechter in Duitsland geoordeeld heeft dat het ontslag geoorloofd was omdat de militair de sharia boven de Duitse Grondwet stelde en zich daardoor niet meer kon inzetten voor de instandhouding van de vrije democratische samenleving? Zo ja, heeft u begrip voor deze redenering? Hoe beoordeelt u dit in relatie tot de Nederlandse krijgsmacht?

Vraag 11

Bent u bereid navraag te doen bij de Bundeswehr en de Kamer per brief te informeren over het beleid in Duitsland ten aanzien van salafisme binnen de krijgsmacht, alsmede uw appreciatie daarvan?

Vraag 12

Ziet u in dat het welkom heten van salafisten binnen Defensie onverenigbaar is met de kernwaarden van de Nederlandse samenleving waar Defensie voor staat, alsmede het risico vergroot van militairen die overlopen naar ISIS en daarom onverantwoord is? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

Algemeen overleg Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) d,d, 9 september 2015

X Noot
2

Kamerstuk 29 924, nr. 134

X Noot
3

Verslag Algemeen overleg van 22 september 2015

X Noot
4

zie noot 1

X Noot
5

zie noot 3

X Noot
6

AIVD rapport «Transformatie van het jihadisme in Nederland», juni 2014, blz. 31

X Noot
8

AIVD rapport «Transformatie van het jihadisme in Nederland», juni 2014, blz. 32

Naar boven