Vragen van het lid Maij (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het onderzoek van de Europese Ombudsman naar de transparantie van trilogen tussen Europees parlement, Europese Raad en Europese Commissie (ingezonden 29 september 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de Raad van Ministers van de EU-lidstaten (hierna: Raad) van mening is dat de Europese Ombudsman niet bevoegd is om onderzoek te doen naar de transparantie van trilogen tussen EC, EP en ER?1

Vraag 2

Wat is de onderbouwing van deze reactie van de Raad, en wat is uw opvatting over deze stellingname? Welke positie heeft Nederland hierin ingenomen?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het in het belang van de Europese burger en het democratische proces is dat de trilogen, waar op Europees niveau zeer gewichtige politieke deals worden gesloten, transparanter kunnen en moeten worden? Zo ja, kunt u dit toelichten?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de Europese Ombudsman, die juist tot voorname taak heeft om het Europees bestuur te kunnen onderzoeken op goed bestuur, waaronder de openbaarheid van documenten en correspondentie met burgers, onbetwist bevoegd zou moeten zijn om de transparantie van het instrument van de trilogen te onderzoeken? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Bent u bereid namens Nederland alsnog sterk aan te dringen op volledige instemming en coöperatie met het onderzoek van de Europese Ombudsman? Zo ja, op welke wijze kunt u dit signaal overbrengen? Kunt u het verdere proces van dit onderzoek van de Europese Ombudsman schetsen en aangeven hoe dit nu verder zal gaan?

Vraag 6

Kunt u tevens uiteenzetten hoe dit standpunt van de Raad zich verhoudt tot het recente pakket voor Betere Regelgeving van de Europese Commissie, een uitgebreide agenda voor het transparanter en beter maken van Europese regelgeving? Op welke wijze zouden de uitkomsten van het onderzoek van de Europese Ombudsman over trilogen juist mooi in het verlengde van de uitvoering van dat pakket kunnen liggen?

Vraag 7

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voorafgaand aan het Algemeen overleg over de Raad Algemene Zaken voorzien op 8 oktober aanstaande?

Naar boven