Vragen van het lid Oosenbrug (PvdA) aan de Minister van Economische Zaken over een heldere uitleg van de vigerende cookiewetgeving (ingezonden 11 september 2015).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de geldende Europese wet- en regelgeving omtrent cookietoestemming?1

Vraag 2

Is het waar dat de uitgevers van digitale content bezoekers van hun sites en apps moeten informeren over het gebruik van cookies en andere vormen van lokale opslag?

Vraag 3

Is het waar dat hiervoor, op basis van deze wet- en regelgeving, in veel gevallen ook toestemming vereist is?

Vraag 4

Waarom wijst de Autoriteit Consument en Markt (ACM) websiteaanbieders aan als normadressaat, en niet de uitgevers van digitale content, zoals de Europese wet- en regelgeving vereist?

Vraag 5

Heeft dit ermee te maken dat deze uitgevers zich deels in het buitenland bevinden, wat de handhaving bemoeilijkt?

Vraag 6

Heeft de ACM hiervoor samenwerkingsverbanden afgesloten met buitenlandse privacy- en consumententoezichthouders? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Wie is volgens het CBP de juiste normadressaat, de websiteaanbieder of de werkelijke plaatser/uitlezer van digitale content?

Vraag 8

Is deze situatie te vergelijken met een wegenbouwer die een boete krijgt voor de snelheidsovertreding van de Ferrari-eigenaar die op tijd de Europese Unie heeft weten te verlaten?

Vraag 9

Waarom worden volgens de cookiewetgeving de individuele adverteerders eigenlijk niet aangesproken? Welke rol spelen hierin de advertentienetwerken en retargetingbureau’s?

Vraag 10

Kunt u in overleg treden met de ACM, teneinde de balans van de regeldruk, tussen websiteaanbieders en achterliggende uitgevers van digitale content, op te helderen?

Vraag 11

Kunt u de ACM er vervolgens toe brengen om deze opgehelderde verdeling van cookieverplichtingen op de website van de ACM op een heldere manier te communiceren?

Naar boven