Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het geschillenbeslechtingsmechanisme (ISDS) in het Vrijhandelsverdrag met Canada (CETA) (ingezonden 9 september 2015).

Vraag 1

Wat is uw oordeel over het bericht «Malmström weigert verdrag met Canada aan te passen»?1

Vraag 2

Hoe oordeelt u over het feit dat Eurocommissaris Malmström niet van plan is om de verouderde ISDS-clausule in het CETA-verdrag met Canada te moderniseren?

Vraag 3

Hoe rijmt u dit met het feit dat de ISDS-clausule in het TTIP-verdrag met de VS wel wordt hervormd? Is het niet vreemd om ISDS wel in TTIP, maar niet in CETA te hervormen?

Vraag 4

Erkent u dat het risico bestaat dat Amerikaanse bedrijven met filialen in Canada alsnog gebruik kunnen maken van de omstreden ISDS-clausule in CETA? Wat onderneemt u om dit te voorkomen?

Vraag 5

Klopt het dat Eurocommissaris Malmström het CETA-verdrag mogelijk alsnog wil aanpassen als het verdrag eenmaal in werking is getreden, dus na ratificatie? Erkent u dat de kans van slagen daarop uiterst ongewis is?

Vraag 6

Waarom is het proces van «legal scrubbing» van het CETA-verdrag niet reeds afgerond in juli, zoals eerder aangekondigd? Wanneer verwacht u dat het verdrag aan het Europees parlement wordt gezonden?2

Vraag 7

Wordt het CETA-verdrag ook aan de nationale parlementen voorgelegd? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Deelt u de mening dat het CETA-verdrag – net als TTIP – maximale democratische inspraak verdient? Op welke manier gaat u hiervoor zorgen?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Jan Vos en Kerstens (beiden PvdA), ingezonden 9 september 2015 (vraagnummer 2015Z16119)

Naar boven