Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over denigrerende uitspraken over studenten (ingezonden 4 september 2015)

Vraag 1

Kunt u uitleggen hoe universiteiten «om zeep geholpen worden» als «studenten een College van Bestuur kiezen»? Welke voorbeelden kunt u hiervan geven?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het behoorlijk arrogant is om te beweren dat bestuurders niet gekozen moeten worden, omdat «er gewoon heel ingewikkelde processen spelen»?

Vraag 3

Waarom hecht u zoveel waarde aan benoemingen van bestuurders door de Raad van Toezicht, aangezien u blijkbaar niets moet hebben van democratische verkiezingen?

Vraag 4

Hoe maakt u een eind aan het «old boys network», als u vasthoudt aan bestuurdersbenoemingen waarover studenten en docenten hooguit adviesrecht krijgen?

Vraag 5

Waarop is uw stelling gebaseerd «dat de protesten in een groot deel van het land helemaal geen weerklank vonden»? Verwijst u wellicht naar het «old boys network»? Zo nee, op welk onderzoek is deze bewering gebaseerd?

Vraag 6

Hoe kunt u weten wat de actievoerders bewoog, als u niet eens op bezoek bent geweest in het Maagdenhuis?

Vraag 7

Meent u werkelijk dat u «niets heeft aangepast» als gevolg van de protesten? Wilt u graag herinnerd worden als een «iron lady» die doof bleef voor geluiden uit de samenleving?

Vraag 8

Op welke universiteiten in Engeland hebben «studenten bijna niets te zeggen», terwijl zij «heel tevreden zijn»? Hoe weet u dat deze studenten zo tevreden zijn?

Vraag 9

Waarom bent u zo gedraaid in uw oordeel over het protest in het Maagdenhuis, aangezien u de studenten ten tijde van de actie nog gelijk gaf?2

Vraag 10

Bent u bereid uw denigrerende uitspraken in het interview van 2 september jl. in te trekken?

Naar boven