Vragen van de leden Mei LiVos en Recourt (beiden PvdA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het ondermijnen van bestuurdersaansprakelijkheid (ingezonden 3 september 2015)

Vraag 1

Kent u het artikel «De vaste vertegenwoordiger van een rechtspersoon» en herinnert u zich de eerdere vragen over het ondermijnen van bestuurdersaansprakelijkheid door middel van een buitenlandse rechtspersoon?1 2

Vraag 2

Wordt de aansprakelijkheid van de bestuurder van een buitenlandse rechtspersoon-bestuurder van een Nederlandse rechtspersoon in beginsel nog steeds beheerst door het toepasselijke buitenlandse recht en wordt het Nederlandse bestuurdersaansprakelijkheidsrecht door dat toepasselijke recht nog steeds begrenst? Zo nee, waarom niet? Wat is er dan in wetgeving of jurisprudentie veranderd sedert 2013?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het lastig en soms vrijwel onmogelijk is om bij buitenlandse rechtspersoon-bestuurders achterliggende bestuurders te traceren en dat dat een tijdrovende en kostbare zaak is, vooral wanneer er een web is ontstaan van elkaar besturende rechtspersonen? Zo ja, wat zegt dat over de mogelijkheid om dergelijke bestuurders aansprakelijk te kunnen stellen in het geval van bijvoorbeeld financieel-economische criminaliteit of ernstige nalatigheid? Zo nee, waarom deelt u die mening niet?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het toekomstige centraal aandeelhoudersregister minder effectief zal zijn ten aanzien van het voorkomen van financieel-economische criminaliteit als de achterliggende bestuurder van een buitenlandse rechtspersoon-bestuurder niet of nauwelijks kan worden achterhaald? Zo ja, waarom en welke conclusie trekt u daar uit? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Waarom is in diverse Europese landen bij wet vastgesteld dat er een vaste vertegenwoordiger aangesteld dient te worden wanneer een rechtspersoon bestuurder wordt van een andere rechtspersoon? Welk doel dient dat?

Vraag 6

Waarom is in Europese wetgeving i.c. in het geval van een Europees Economisch Samenwerkingsverband (EESV) vastgelegd dat een vertegenwoordiger dient te worden aangewezen wanneer een rechtspersoon bestuurder is van een EESV (Uitvoeringswet Verordening EESV)?

Vraag 7

Deelt u de mening dat naar het voorbeeld van diverse Europese landen en de genoemde Europese regelgeving ook in Nederland wettelijk moet worden vastgelegd dat er een vaste vertegenwoordiger moet worden aangesteld wanneer een rechtspersoon bestuurder wordt van een andere rechtspersoon en dat die vertegenwoordiger de hoofdelijke aansprakelijkheid krijgt voor alle rechtshandelingen van de rechtspersoon-bestuurder? Zo ja, op welke wijze gaat u dit bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet en waarom zou er in Nederland niet voor een dergelijke regeling worden gekozen waar dat in andere landen of bij een EESV wel het geval is?

Vraag 8

Zou het binnen de kaders van Nederlandse of Europese wet- en regelgeving toegestaan zijn om enkel voor buitenlandse rechtspersonen die bestuurder zijn van een Nederlandse rechtspersoon vast te leggen dat in die gevallen een vaste vertegenwoordiger moet worden aangesteld? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Op welke wijze wordt voorkomen dat via de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder de door dit kabinet als prioriteit aangemerkte bestrijding van witwassen en vennootschapsfraude wordt omzeild?


X Noot
1

A.G, Wennekes en J.A. Troost, «De vaste vertegenwoordiger van een rechtspersoon», in: Tijdschrift voor vennootschapsrecht, rechtspersonenrecht en ondernemingsbestuur, 2015-4.

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 245

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 722

Naar boven