Vragen van de leden Hachchi en Berndsen-Jansen (beiden D66) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie over de berichten dat de Nederlandse politie Sint Maarten te corrupt vindt (ingezonden 20 augustus 2015).

Vraag 1

Kent u de berichten «Bouman ontketent rel op eiland» en «Politie vindt St. Maarten te corrupt»?1

Vraag 2

Welke taken en doelstellingen heeft de Nederlandse politie op Sint Maarten, en op welke termijn dienen deze doelstellingen bereikt te worden?

Vraag 3

Welke instrumenten en bevoegdheden krijgt de Nederlandse politie op Sint Maarten om haar taken uit te voeren en de doelstellingen te behalen?

Vraag 4

Is het waar dat de Nederlandse politie heeft aangegeven dat zij niet met de lokale bestuurders van Sint Maarten wil samenwerken omdat er te veel aanwijzingen zijn voor corruptie?

Vraag 5

Welke maatregelen worden genomen om de versmelting van de boven- en onderwereld op Sint Maarten tegen te gaan?

Vraag 6

Zijn er indicaties dat het werk van de Nederlandse politie op Sint Maarten wordt bemoeilijkt door de lokale bestuurders?

Vraag 7

In hoeverre kunnen Nederlandse rechercheurs hun werk adequaat verrichten als er sprake is van samenwerkingsproblemen tussen de Nederlandse politie en lokale bestuurders?

Vraag 8

Wat is uw mening over de aanwijzingen dat de Nederlandse politie Sint Maarten te corrupt vindt om mee samen te werken?

Vraag 9

Kunt u bevestigen dat integriteit van bestuur, het tegengaan van corruptie, en het versterken van de justitiële keten, aan beide kanten van de oceaan van groot belang zijn en prioriteit krijgen?

Vraag 10

Welke acties gaat u ondernemen om de conflicten zo snel mogelijk op te lossen?


X Noot
1

Algemeen Dagblad, 18 augustus 2015

Naar boven