Vragen van de leden Ten Broeke en Bosman (beiden VVD) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over Venezolanen die Curaçao weigeren te verlaten (ingezonden 12 augustus 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Venezolanen willen niet terug naar hun land»?1

Vraag 2

Kunt u de waarneming van de Curaçaose Minister van Justitie dat Curaçao te maken heeft met een toenemend aantal Venezolaanse vakantiegangers dat weigert terug te reizen bevestigen?

Vraag 3

Wat wordt er door de lokale autoriteiten ondernomen om – vooralsnog ontbrekende – cijfers van het aantal ongedocumenteerde Venezolanen te krijgen? Is dit naar uw oordeel voldoende?

Vraag 4

Op welke wijze zijn de controles op zee geïntensiveerd? Worden bijvoorbeeld alle fruitbarkjes bij aankomst gecontroleerd op het aantal inzittenden? Hoe kan het dat de lokale autoriteiten niet in staat zijn bij te houden hoe groot het aantal Venezolanen is dat per vliegtuig aankomt maar Curaçao niet meer verlaat? Deelt u de mening dat dit, zeker onder deze omstandigheden, ontoelaatbaar is?

Vraag 5

Heeft u er, conform het dictum van de aangenomen motie-Ten Broeke/Knops (Kamerstuknr. 29 653, nr. 21) al bij de overheden van Aruba en Curaçao op aangedrongen illegale migratie te monitoren en zo nodig in overleg te bezien welke rol de Kustwacht Caribisch Gebied hierin kan spelen? Zo ja, wat is hieruit voortgekomen? Zo nee, wanneer vindt dit overleg plaats?

Vraag 6

Wat is er bij de Nederlandse regering bekend over de plannen van de opgerichte taskforce, die Curaçao moet voorbereiden op de mogelijke toename van Venezolanen op het eiland? Hoe verenigt u enerzijds de opvatting van de Curaçaose regering dat het eiland hoe dan ook voorbereid is op een toename van Venezolaanse migranten, en anderzijds de constatering dat de Curaçaose regering helemaal niet over de middelen beschikt om deze migranten op te vangen?


X Noot
1

Amigoe, 8 augustus 2015

Naar boven