Vragen van de leden Van Nispen en Ulenbelt (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en de ministers van Veiligheid en Justitie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de omstandigheden bij het Europese Octrooibureau in Rijswijk en de inzet van Nederland (ingezonden 20 juli 2015).

Vraag 1

Waarom heeft de Nederlandse vertegenwoordiger in juni 2013 in de Beheersraad van het Europese Octrooibureau destijds de regels gesteund om het stakingsrecht te beperken? Waarom heeft Nederland hiermee ingestemd?

Vraag 2

Waarom heeft de Nederlandse vertegenwoordiger in maart 2015 in de Beheersraad van het Europese Octrooibureau ingestemd met de wijzigingen van de regels die betrekking hebben op gezondheid en invaliditeit, die ook beperkingen ten aanzien van de bewegingsvrijheid en artsenkeuze met zich meebrengen, waar veel kritiek op is?

Vraag 3

Heeft de Nederlandse vertegenwoordiger hierbij steeds gehandeld naar de Nederlandse normen en maatstaven? Zo niet, waarom niet? Zo ja, bent u van mening dat bovenstaande genoemde regels, waar Nederland dus steeds mee heeft ingestemd, hiermee in overeenstemming zijn?

Vraag 4

Aan wie legt deze Nederlandse vertegenwoordiger verantwoording af? Met wie wordt het stemgedrag vooraf afgestemd en overlegd? Is bijvoorbeeld het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport betrokken als er gestemd moet worden over regels die betrekking hebben op gezondheid? Zo niet, waarom niet?

Vraag 5

Is het waar dat Nederland het Europees Octrooibureau steunt om in cassatie te gaan tegen de voor het Europees Octrooibureau negatieve uitspraak van het Gerechtshof, anders dan in antwoorden op eerdere vragen gemeld?1 Zo ja, waarom? Waarom heeft Nederland zich hier niet tegen uitgesproken? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?

Vraag 6

Is het waar dat de Arbeidsinspectie geweigerd wordt en dus niet kan inspecteren bij het Europees Octrooibureau, en dat het de Arbeidsinspectie zelfs niet is toegestaan om inspectiewerkzaamheden uit te oefenen ten aanzien van Nederlandse werknemers van een Nederlands schoonmaakbedrijf? Hoe is gewaarborgd dat de arbeidsomstandigheden volgens de regels worden nageleefd en dat inspecties mogelijk zijn? Welke rol kunt u hierin spelen?

Vraag 7

Aan welke privacy-regels is het Europees Octrooibureau gebonden? Is dat alleen Europees recht of gelden ook nationale (Nederlandse) privacyregels? Welke privacy-toezichthouder houdt hier toezicht op?

Vraag 8

Deelt u de mening dat er op Nederland als gastland van het Europees Octrooibureau in Rijswijk een speciale verantwoordelijkheid rust om te interveniëren en er voor te zorgen dat de fundamentele rechten worden gewaarborgd en de regels met betrekking tot arbeidsomstandigheden worden nageleefd?

Vraag 9

Nu u eerder heeft geantwoord dat het mogelijk is voor lidstaten van Internationale Organisaties en zetelstaten om in dialoog of via de Beheersraad problemen ten aanzien van naleving van regels aan de orde te stellen, en nu u heeft toegezegd dit ook te gaan doen, en zowel via de Beheersraad als in dialoog met het Europees Octrooibureau aan te dringen op een oplossing van het conflict tussen werknemers en het management, wat heeft dit precies opgeleverd?2

Vraag 10

Denkt u dat het voldoende is om «zorgen te uiten» over het sociale klimaat en de wederzijdse verharding in de verhouding tussen het topmanagement en het personeel, waarna er een «sociale dialoog» is gestart? Hoe en door wie wordt dit alles in de gaten gehouden? Welke bijdrage kunt u, al dan niet via de vertegenwoordiger, leveren om er voor te zorgen dat dit tot goede resultaten zal leiden waardoor fundamentele rechten worden gewaarborgd?3


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 2054

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 2053

X Noot
3

Vragen van de leden Tanamal en Kerstens (beiden PvdA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de misstanden bij de Europese Octrooi Organisatie (ingezonden 17 juni 2015) (vraagnummer 2015Z11521)

Naar boven