Vragen van de leden Kuiken en Marcouch (beiden PvdA) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de uitspraak van het Europese Hof van Justitie dat het verplichte basisexamen inburgering gezinshereniging «onmogelijk of uiterst moeilijk» maakt (ingezonden 16 juli 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het oordeel1 van het Europese Hof van Justitie over de wijze waarop Nederland uitvoering geeft aan het inburgeringsvereiste als voorwaarde voor gezinshereniging?2

Vraag 2

Bent u op de hoogte van het feit dat, indien de toepassingsvoorwaarden voor de inburgeringsverplichting ertoe leiden dat gezinshereniging onmogelijk of uiterst moeilijk wordt gemaakt, dit in strijd is met het Unierecht?

Vraag 3

Hoe kijkt u aan tegen het uitbreiden van de hardheidsclausule, waardoor er in het beleid meer rekening moet worden gehouden met bijzondere omstandigheden?

Vraag 4

Bent u bekend met het feit dat de kosten voor de voorbereiding op en het afleggen van het inburgeringsexamen zo hoog zijn dat dit soms tot gevolg heeft dat de uitoefening van het recht op gezinshereniging onmogelijk wordt gemaakt, waarmee het in strijd is met het Unierecht?

Vraag 5

Hoe beoordeelt u het feit dat het Europese Hof van Justitie heeft geconstateerd dat de kosten voor de voorbereiding op en het afleggen van het inburgeringsexamen te hoog zijn?

Vraag 6

Op welke wijze gaat u gehoor geven aan deze uitspraak van het Europese Hof van Justitie inzake de hardheidsclausule en de te hoge kosten van het inburgeringsexamen?

Naar boven