Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het op grote schaal frauderen met gesubsidieerde rechtshulp (ingezonden 10 juli 2015).

Vraag 1

Herinnert u zich uw antwoorden op vragen over het op grote schaal frauderen met gesubsidieerde rechtshulp? 1

Vraag 2

Is al duidelijk in hoeverre het versterkte toezicht een betere indruk geeft van de wijze van beroepsuitoefening? Waar heeft dit op dit moment reeds toe geleid?

Vraag 3

Hoe ziet de geïntensiveerde informatie-uitwisseling tussen de dekens en de Raad voor Rechtsbijstand eruit waar het bijvoorbeeld gaat over advocaten die frauderen met toevoegingen? Heeft deze intensivering reeds het gewenste effect gehad?

Vraag 4

Hoe gaat de Raad voor Rechtsbijstand om met ontvangen klachten over sociale advocaten die mogelijk frauderen met toevoegingen?

Vraag 5

In hoeverre wordt een klager op de hoogte gehouden van de uitkomst van een onderzoek naar aanleiding van zijn of haar klacht?

Vraag 6

Op welke manier controleert de Raad voor Rechtsbijstand proactief op eventuele fraude met toevoegingen?

Vraag 7

Zijn er meer advocaten, dan die waar u in uw vorige antwoorden naar hebt verwezen2, die misbruik hebben gemaakt van het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 8

Hoe past het aanpakken van fraude met toevoegingen in de rijksbrede aanpak van fraude?

Vraag 9

Is er aanleiding om nader onderzoek te doen naar de (omvang van de) fraude met gefinancierde rechtsbijstand? Zo nee, waarom niet?

Naar boven