Vragen van het lid Van Laar (PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over kinderarbeid in Syrië (ingezonden 3 juli 2015)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het rapport «Small hands heavy burden: how the Syria conflict is driving more children into the workforce»1 van Unicef en Save the Children?

Vraag 2

Klopt het bericht dat in driekwart van de Syrische gezinnen kinderen moeten bijdragen aan het gezinsinkomen, zowel in Syrië zelf als in omliggende landen zoals Libanon en Jordanië waar ze hun toevlucht hebben gezocht?

Vraag 3

Kunt u bevestigen dat op dit moment 2.7 miljoen Syrische kinderen geen toegang hebben tot onderwijs?

Vraag 4

Bent u bereid er in internationaal verband voor te pleiten dat binnen de lopende noodhulpprgramma’s de toegang tot kwalitatief goed onderwijs als prioriteit wordt aangewezen?

Vraag 5

Op wat voor manier zet u zich in internationaal verband in om kinderarbeid onder Syrische kinderen – die al het hardste geraakt worden door de humanitaire crisis – tegen te gaan en te voorkomen dat er een «verloren generatie» ontstaat? Hoe past dit binnen uw huidige activiteiten om kinderarbeid te bestrijden?

Vraag 6

Bent u bereid in internationaal verband ervoor te pleiten dat binnen de lopende noodhulpprogramma’s geld beschikbaar wordt gesteld voor inkomensgenererende activiteiten van vluchtelingen, zowel in Syrië als in de landen in de regio waar veel Syriërs onderdak hebben gevonden? Zo ja, op wat voor manier krijgt dat vorm? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Bent u op de hoogte van het «No Lost Generation Initiative»? Op wat voor manier is Nederland betrokken bij dit initiatief?

Vraag 8

Kunt u inzicht geven hoe de aangenomen VN-Mensenrechtenraad resolutie dat kindhuwelijken worden aangemerkt als mensenrechtenschendingen, heeft geleid tot een verbetering van de positie van Syrische meisjes?2 Op wat voor manier zet Nederland zich in internationaal verband in om hier vervolg aan te geven?

Vraag 9

In welke mate wordt er binnen lopende noodhulpprogramma’s extra aandacht besteed aan de bescherming van meisjes tegen uithuwelijking?


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 474

Naar boven