Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de kritiek op de Verklaring Omtrent Gedrag (ingezonden 24 juni 2015).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat het huidige gebruik van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) te streng is?1

Vraag 2

Kan over de afgelopen jaren een overzicht worden gegeven van het aantal goedgekeurde aanvragen van een VOG en het aantal afwijzingen? Kan daarbij tevens worden aangeven hoe vaak daar bezwaar tegen is aangetekend en of dat bezwaar succesvol was of niet?

Vraag 3

Klopt het dat de bezwaarprocedure een jaar duurt? Zo nee, hoe lang dan wel? Zo ja, wat is daar de reden van?

Vraag 4

Is er een manier om de bezwaarprocedure dusdanig te versnellen dat ook de zorgvuldigheid gewaarborgd blijft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier en bent u bereid daar uitvoering aan te geven?

Vraag 5

Kunt u de kosten op een rij zetten van de aanvraag van een VOG en het bezwaar tegen een afwijzing? Kunnen deze kosten bovendien worden onderbouwd?

Vraag 6

Bent u bereid de terugkijktermijn voor volwassenen terug te brengen van vier naar twee jaar, net als voor jongeren met een strafblad is geregeld?2 Zo nee, waarom niet? Bent u dan in ieder geval bereid de terugkijktermijn voor kleinere delicten te verkorten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Wat is uw reactie op de stelling dat een onterecht geweigerde VOG een negatieve invloed kan hebben op de resocialisatie van delinquenten?

Vraag 8

Klopt het dat het voorkomt dat een VOG wordt geweigerd ondanks dat een verband ontbreekt tussen het strafbare feit en het werk waarvoor een VOG wordt aangevraagd? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?

Vraag 9

Kunt u, voor zover mogelijk, ingaan op de voorbeelden genoemd door Radio1?3

Vraag 10

Wat is de precieze rol en werkwijze van de Dienst Justis bij het afgeven van de VOG? Kan daarbij worden toegelicht op welke manier maatwerk wordt toegepast en hoe een belangenafweging tot stand komt?

Vraag 11

Met welke aspecten houdt de Dienst Justis rekening bij de toewijzing van een VOG? Betreft dat ook de relatie tussen de aard van het strafbare feit en de inhoud van het (vrijwilligers)werk waarvoor een VOG wordt gevraagd?

Vraag 12

Klopt het dat de Dienst Justis een adviesrapportage kan opvragen bij de reclassering? Hoe vaak gebeurt dit jaarlijks? Wat zijn redenen te besluiten om wel of geen adviesrapportage op te vragen bij de reclassering? Bent u bereid het advies van de reclassering vaker te laten meewegen bij het toekennen van een VOG of hen een meer prominente rol te geven? Zo nee, waarom niet?

Vraag 13

Aan welke instanties kan de Dienst Justis advies vragen? Hoe vaak gebeurt dit jaarlijks? Wat kunnen redenen zijn om wel of geen advies aan een derde te vragen?

Vraag 14

Hoe worden adviezen van derden, maar in ieder geval van de reclassering, meegewogen bij het besluit om wel of geen VOG af te geven?

Vraag 15

Bent u bereid onderzoek te doen naar het effect en daarmee de preventieve werking van de VOG? Zijn er bijvoorbeeld minder incidenten na een VOG-verplichting in specifieke kwetsbare sectoren?

Vraag 16

Waarom is er nog steeds geen visie aan de Tweede Kamer gezonden over onder andere het strenger screenen, zoals toegezegd in het Algemeen overleg over de VOG op 9 april 2014? Wanneer kan de Kamer deze visie alsnog verwachten?

Naar boven