Vragen van de leden Oskam en Omtzigt (beiden CDA) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en de Staatssecretaris van Financiën over de buitenlandse financiering van islamitische instellingen (ingezonden 8 juni 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van hetgeen tijdens het rondetafelgesprek en het gesprek met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) is gedeeld over de buitenlandse financiering van islamitische instellingen?1

Vraag 2

Is hieruit informatie naar voren gekomen welke nog niet eerder bij u bekend was? Zo ja welke informatie?

Vraag 3

Deelt u de mening van alle genodigde deelnemers dat vaststaat dat middels financiering vanuit salafistische stromingen invloed wordt uitgeoefend op islamitische instellingen in Nederland? Hoe beoordeelt u dit, welke risico’s zijn daaraan verbonden en op welke manier houdt het kabinet zicht op de risico’s in het kader van de aanpak van jihadisme?

Vraag 4

Klopt het dat, zoals de directeur van de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) stelde, de FIOD bekend is met de Financial Intelligence Unit (FIU) in het kader van witwassen, maar dat dat geen relatie heeft met actiepunt 33 uit de Integrale Aanpak Jihadisme?2 Wat zegt dit over de betrokkenheid van de FIOD bij de uitvoering daarvan?

Vraag 5

Klopt het dat voortvloeiend uit de motie-Omtzigt/Van Vliet voor Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI’s) moeten zorgen voor openheid, een jaarverslag online moeten zetten en dat voor kerkgenootschappen en moskeeën een uitsteltermijn geldt maar dat zij per 1 januari 2016 hieraan moeten voldoen?3

Vraag 6

Bent u ermee bekend dat vele kerkgenootschappen al hun jaarrekeningen publiceren en dat koepels plannen klaar hebben om hun leden hierop te wijzen?

Vraag 7

Kunt u de conclusie van het RAND-onderzoek bevestigen dat slechts één islamitische instelling een jaarrekening heeft gepubliceerd?

Vraag 8

In hoeverre verwacht u dat islamitische instellingen met een ANBI status per 1 januari 2016 zullen voldoen aan de verplichting om online voor openheid te zorgen over hun financiering, over hun bestuurssamenstelling en over hun uitgaven?

Vraag 9

Deelt u het belang van transparantie en openheid over de financiering van islamitische instellingen, mede in het licht van de motie-Segers c.s?4

Vraag 10

Heeft u de indruk dat het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) islamitische instellingen voldoende stimuleert en aanmoedigt om hun jaarrekeningen te publiceren en dit per 1 januari 2016 op orde te hebben? Bent u bereid het gesprek met het CMO aan te gaan om hen te wijzen op spoed gelet op deze deadline?

Vraag 11

Zult u bij kerkelijke instellingen die per 1 januari 2016 niet voldoen aan de voorwaarden de ANBI, de ANBI-status intrekken, net als u gedaan heeft bij duizenden andere ANBI-instellingen?

Vraag 12

Klopt het dat de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) alleen onderzoek doet naar de ontvanger, dat wil zeggen naar de (eventueel discutabele) besteding van ontvangen gelden door islamitische instellingen, maar zich niet richt op de schenker vanuit veelal islamitische landen? Kunt u aangeven wat de voordelen zijn met betrekking tot de informatievergaring door de AIVD wanneer ook naar dat aspect onderzoek zou worden gedaan?

Vraag 13

Zou u deze vragen kunnen beantwoorden vóór het Algemeen overleg over terrorismebestrijding voorzien op 25 juni 2015?


X Noot
1

Rondetafelgesprek op 27 mei 2015 en gesprek 3 juni 2015

X Noot
2

Kamerstuk 29 754, nr. 253

X Noot
3

Kamerstuk 33 003, nr. 52

X Noot
4

Kamerstuk 29 754, nr. 221

Naar boven