Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de oproep van de Turkse president Erdogan om Jeruzalem te veroveren (ingezonden 3 juni 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de toespraak van de Turkse president Erdogan waarin hij oproept tot verovering van Jeruzalem om daar de islamitische vlag te hijsen?1 Wat is uw oordeel over deze uitlatingen, mede in het licht van het feit dat Turkije lid is van de NAVO en kandidaat-lidstaat van de EU?

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het gegeven dat het beleid van de Turkse president Erdogan steeds meer versmolten raakt met een uitgesproken islamitische agenda, met alle consequenties van dien voor de persvrijheid, godsdienstvrijheid, vrijheid van vereniging, de opstelling tegenover Israël, de Joden, etc.?

Vraag 3

Wat zegt het naar uw mening over het religieus-culturele klimaat in Turkije als president Erdogan met dergelijke opruiende toespraken de verkiezingen meent te kunnen winnen?

Vraag 4

Heeft u inmiddels uw afkeuring uitgesproken over deze kwalijke uitlatingen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Bent u van mening dat dergelijke uitlatingen – van de president van een NAVO-land en van een kandidaat-lidstaat van de EU – niet zonder consequenties kunnen blijven? Welke consequenties verbindt u hieraan, mede gelet op het feit dat deze uitspraken bepaald niet leiden tot bevordering van het Midden-Oosten vredesproces?

Vraag 6

Bent u bereid te bevorderen dat de toetredingsonderhandelingen met Turkije volledig worden gestopt, in ieder geval tot het moment waarop president Erdogan zich royaal heeft verontschuldigd jegens Israël – een bevriende natie voor Nederland – voor zijn ongepaste uitspraken?


X Noot
1

Reformatorisch Dagblad, 1 juni 2015

Naar boven