Vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Ten Broeke (VVD) en Voordewind (CU) aan de Minister van Buitenlands Zaken over het bericht dat alleen Israël door de World Health Organization is veroordeeld voor het schenden van gezondheidsrechten (ingezonden 27 mei 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met de resolutie van de World Health Assemblymet de titel «Health conditions in the occupied Palestinian territory, including east Jerusalem, and in the occupied Syrian Golan»?1

Vraag 2

Klopt het dat Nederland deze resolutie, samen met alle andere EU-lidstaten heeft gesteund, en bijvoorbeeld de Verenigde Staten, Canada en Australië tegen deze resolutie hebben gestemd? Op basis van welke afweging heeft de Nederlandse regering deze resolutie gesteund? Klopt het voorts dat dit de enige resolutie is die door de World Health Assembly is aangenomen?

Vraag 3

Is de Nederlandse regering van mening dat Israël de ergste schender van gezondheidsrechten ter wereld is, zoals de uitkomst van deze assemblee doet vermoeden? Kunt u verklaren waarom de assemblee zich niet middels een resolutie heeft uitgesproken over de gezondheidstoestand in bijvoorbeeld Syrië, Oekraïne of Jemen, waar de gezondheidstoestand van de bevolking door lokale hulpdiensten doorgaans als «alarmerend» wordt omschreven? Deelt u de mening dat de gezondheidstoestand in veel brandhaarden in het Midden-Oosten buitengewoon zorgelijk is en aandacht van de World Health Assembly verdient?

Vraag 4

Herinnert u zich dat op 12 september 2013 uw ambtsvoorganger het volgende over de VN-Mensenrechtenraad en Israël heeft gezegd: «Ik geef toe dat Israël vaak een gemakkelijke afleidingsmanoeuvre is [...] als het af en toe in een bepaalde regio niet lekker gaat, krijgt Israël vaak de schuld. Ook als Israël er niets mee te maken heeft, wordt er al heel snel naar Israël gewezen.»2? Deelt u het vermoeden dat de World Health Assembly zich door een vergelijkbare vooringenomenheid heeft laten leiden, al dan niet als afleidingsmanoeuvre voor eigen problemen? Zo ja, bent u dan ook bereid u tegen dergelijke «Israel bashing» te weer te stellen, zoals uw voorganger ook toezegde met betrekking tot dit fenomeen in de VN-Mensenrechtenraad?


X Noot
1

Documentnummer A68/B/Conf./2

X Noot
2

Verslag van een Algemeen overleg over de Algemene Vergadering van der Verenigde Naties, Kamerstuknummer 26 150, nr. 133

Naar boven