Vragen van de leden Rebel en Marcouch (beiden PvdA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat listige jihadloverboys piepjonge meisjes inpalmen (ingezonden 27 mei 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat listige jihadloverboys piepjonge meisjes inpalmen?1

Vraag 2

Heeft u zicht op het aantal tienermeisjes dat ingepalmd wordt door jihadloverboys voor een islamitisch huwelijk en naar het kalifaat wordt gestuurd met valse Turkse paspoorten? Zo ja, om welke aantallen gaat het? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Deelt u de mening dat snel een halt toegeroepen moet worden aan het groeiend aantal jonge meisjes dat wordt geronseld als jihadbruidjes? Zo ja, welke rol ziet u daarbij voor het expertisecentrum en het kennisplatform preventie radicalisering?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u de aanpak van ronselaars van jihadbruidjes zowel als van pedofielen, loverboys en mensenhandelaren? Welke wet- en regelgeving is in dat kader van toepassing en acht u deze voldoende teneinde dit soort ronselaars stevig aan te pakken?

Vraag 5

Op welke wijze worden onderwijsinstellingen ondersteund indien zij vermoeden dat er sprake is van de voorbereiding van strafbare feiten of jihadisme?

Vraag 6

Welke andere maatregelen treft u teneinde de voedingsbodem van radicalisering van kwetsbare jonge meisjes tegen te gaan? Hoe kan voorkomen worden dat deze meisjes uitreizen naar conflictgebieden als ISIS?


X Noot
1

De Telegraaf, Bruidjes van de dood; Haagse moslima ziet hoe jihadloverboys piepjonge meisjes inpalmen, 16 mei 2015.

Naar boven