Vragen van de leden Oosenbrug en Wolbert (beiden PvdA) aan de Minister van Economische Zaken over universele beschikbaarheid van breedbandinternet (ingezonden 27 mei 2015).

Vraag 1

Bent u er van op de hoogte dat enkele honderdduizenden mensen in de buitengebieden van Nederland nog steeds geen toegang hebben tot breedbandinternet?

Vraag 2

Deelt u de mening dat toegang tot breedbandinternet voor allerlei toepassingen, ook op het gebied van zorg en onderwijs, en ondernemerschap, inmiddels onmisbaar is?

Vraag 3

Deelt u de mening dat breedbandinternet een universele dienstverlening zou moeten zijn, zoals telefonie via het kopernetwerk, de post, gas, licht en drinkwater waarbij iedereen recht heeft op een aansluiting en levering tegen een door de overheid vastgesteld betaalbaar tarief? Zo ja, hoe gaat u dit realiseren voor iedereen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Op welke manier kunt u er aan bijdragen dat iedereen binnen afzienbare tijd toegang krijgt tot breedbandinternet?

Vraag 5

Welke belemmeringen zijn er daarvoor in nationale en Europese wet- en regelgeving? Hoe kunt u deze belemmeringen wegnemen?

Vraag 6

Is het waar dat woningcorporaties en gemeenten een heel verschillend beleid kunnen hebben als het gaat om het faciliteren van breedbandinternet, en specifiek de aanleg van glasvezelkabels? Hoe kunt u bevorderen dat er eenduidige richtlijnen komen voor heel Nederland?

Vraag 7

Is het waar dat ook provincies heel verschillende financiële mogelijkheden hebben om de aanleg van glasvezelkabels te faciliteren? Klopt het dat dit leidt tot een ongelijke situatie voor burgers in de verschillende provincies?

Vraag 8

Is het waard dat de Drenthering een inmiddels geprivatiseerd glasvezelnetwerk is, dat oorspronkelijk met publiek geld is aangelegd? Klopt het dat het nu niet meer toegankelijk is? Op welke manier kan het nu weer met wet- en regelgeving, of anderszins, toegankelijk gemaakt worden?

Naar boven