Vragen van het lid Servaes (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de doodstraf voor oud-president Morsi en 105 aanhangers van de Moslimbroederschap (ingezonden 22 mei 2015).

Vraag 1

Wat is uw reactie op de terdoodveroordeling van de voormalige Egyptische president Morsi en 105 andere aanhangers van het Moslimbroederschap in Egypte en deelt u de afschuw hierover die wereldwijd is geuit?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat dit soort massaprocessen onacceptabel zijn en niet passen bij een democratische rechtsstaat en dat, zoals de EU stelt, de terdoodveroordeling «wreed en inhumaan» is en strijdig met de verplichtingen onder internationale recht?2

Vraag 3

Deelt u de opvatting van Amnesty International dat de rechtelijke procedure en veroordeling een «farce» was en dat het onacceptabel is dat de doodstraf wordt ingezet om politieke tegenstanders uit de weg te ruimen?3

Vraag 4

Heeft u protest aangetekend tegen dit type proces en de terdoodveroordelingen bij de Egyptische regering? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?

Vraag 5

Bent u bereid er in EU-verband op aan te dringen druk te zetten op de Egyptische regering zodat de veroordeelden een nieuw en eerlijk proces krijgen gebaseerd op onafhankelijk onderzoek? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Kunt u aangeven hoeveel vertegenwoordigers en aanhangers van de Moslimbroederschap sinds de machtsovername in Egypte in de zomer van 2013 zijn gearresteerd, berecht en ter dood veroordeeld?

Vraag 7

Deelt u de opvatting dat de systematische uitsluiting, onderdrukking en berechting van aanhangers van een politieke groepering met een aanzienlijke aanhang onder de Egyptische bevolking haaks staan op de noodzaak van een inclusief regeringsbeleid? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze brengen Nederland en de EU deze opvatting onder de aandacht van het Sisi-regime?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Kuzu, ingezonden 20 mei 2015 (vraagnummer 2015Z09022).

Naar boven