Vragen van het lid Visser (VVD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over de berichten «Met keien vissers pesten», «Een kei op zijn kop moet de zeenaaktslak beschermen» en «Aangifte tegen Greenpeace om zwerfkeien in zee» (ingezonden 13 mei 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Met keien vissers pesten», «Een kei op zijn kop moet de zeenaaktslak beschermen» en «Aangifte tegen Greenpeace om zwerfkeien in zee»?1 2 3

Vraag 2

Deelt u de mening dat het schandalig is dat Greenpeace via deze weg probeert ondernemers te duperen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke actie heeft of gaat u ondernemen? Heeft u inmiddels Greenpeace op deze actie aangesproken?

Vraag 3

Kunt u bevestigen dat er gewoon gevist mag worden in het gebied Klaverbank? Bent u van mening dat de actie van Greenpeace buitenproportioneel is? Deelt u de mening van de vissers dat zij, de vissers, op deze manier doelbewust in gevaar worden gebracht door Greenpeace?

Vraag 4

Gaat u de eventuele schade verhalen op Greenpeace? Zo nee waarom niet?

Vraag 5

Wat vindt u van de stelling van Greenpeace dat de keien op de zeebodem Kamerleden moet overhalen de Klaverbank uit te roepen tot verboden terrein (zie bericht: «Met keien vissers pesten.»)? Is dit niet een belachelijke manier om het politieke besluitvormingsproces te chanteren?

Vraag 6

Wat is de voortgang en het tijdpad van de aanwijzingsprocedure voor de Klaverbank? Wat zijn de punten waar nog een besluit over moet worden genomen? Op welke wijze worden hierin de belangen van de visserijsector meegenomen? Wanneer en op welke wijze wordt de Kamer hierover geïnformeerd?

Vraag 7

Kunt u deze vragen vóór het Algemeen overleg visserij voorzien op 10 juni a.s. beantwoorden?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Geurts (CDA), ingezonden 13 mei 2015 (vraagnummer 2015Z08647).


X Noot
1

De Persdienst, 12 mei 2015

X Noot
2

Algemeen Dagblad, 12 mei 2015

Naar boven