Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht dat deurwaarders ziedend zijn over het daltarief van het CJIB (ingezonden 7 mei 2015).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat deurwaarders ziedend zijn over het daltarief van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB)?1

Vraag 2

Wat is volgens u een redelijke vergoeding waarvoor deurwaarders een vordering onafhankelijk en zorgvuldig kunnen blijven innen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 3

Welke prijs heeft het CJIB de afgelopen jaren betaald voor een niet geïncasseerde vordering, een gedeeltelijk geïncasseerde vordering en een succesvol geïncasseerde vordering? Kunt u daarbij aangeven wat daarop het beleid was?

Vraag 4

Hoe past het beleid van het CJIB waar het gaat om redelijke vergoedingen aan gerechtsdeurwaarders binnen het dossier «Rijksincasso», waarin zorgvuldig incasseren voorop staat?

Vraag 5

Bent u nog steeds van mening dat juist van aan de overheid gelieerde organisaties mag worden verwacht dat zij zich ervan bewust zijn dat het overeenkomen van tarieven die onder de kostprijs liggen risico’s kan opleveren op het punt van zorgvuldigheid en de continuïteit van de ambtsuitoefening?2 Op welke manier heeft het CJIB uitvoering gegeven aan dit uitgangspunt in haar overeenkomsten met deurwaarders en hoe zal het CJIB hier in de toekomst, dus bij de nieuwe aanbesteding, uitvoering aan geven?

Vraag 6

Het CAK is er op gewezen dat het in verband met een goede en onafhankelijke vervulling van het gerechtsdeurwaardersambt het de gerechtsdeurwaarder niet is toegestaan vorderingen direct of indirect voor eigen rekening te innen, maar geldt dit ook voor het CJIB?3 Zo ja, hoe wordt hier door het CJIB rekening mee gehouden bij de aanbesteding? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Bent u bereid om het CJIB erop aan te spreken als blijkt dat zij tarieven trachten overeen te komen of zijn overeengekomen die onder de kostprijs liggen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Klopt het dat de Nederlandse Spoorwegen (NS) in 2012 een aanbesteding heeft uitgeschreven met een gegarandeerd inningspercentage, waardoor gerechtsdeurwaarders uitgesloten werden van verdere deelname aan de aanbesteding omdat zij geen garantieredement mogen geven gezien hun bijzondere positie? Wat is uw mening over deze werkwijze van de NS? Hoe verhoudt zich deze werkwijze tot het uitgangspunt dat juist van aan de overheid gelieerde organisaties mag worden verwacht dat zij zich ervan bewust zijn dat het overeenkomen van tarieven die onder de kostprijs liggen risico’s kan opleveren op het punt van zorgvuldigheid en de continuïteit van de ambtsuitoefening?


X Noot
1

«Deurwaarders ziedend over daltarief van het CJIB», Algemeen Dagblad, 4 mei 2015

X Noot
2

Kabinetstandpunt op het rapport Aanbevelingen van de Commissie evaluatie Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders, aanbeveling 31 (Bijlage bij Kamerstuk 32 123 VI, nr. 64)

X Noot
3

Antwoord op vraag 5 bij de Kamervragen van de leden Schouw (D66) en Van Nispen (SP) aan de Staatssecretaris van Veiligheid & Justitie over het bericht dat «Mensen met schulden zijn een melkkoe» (Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, Aanhangsel Handelingen, nr. 717)

Naar boven