Vragen van het lid Jasper vanDijk en Siderius (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over leerlingen met ernstige vormen van dyslexie, die mogelijk geen gebruik kunnen maken van digitale woordenboeken tijdens het centraal schriftelijk examen (ingezonden 7 mei 2015).

Vraag 1

Bent u ermee bekend dat het College voor Toetsen en Examens (CvTE) de mogelijkheid afwijst voor leerlingen met een ernstigste vorm van dyslexie om examen te doen voor het gebruik van digitale woordenboeken tijdens het centraal schriftelijk examen? Hoe beoordeelt u deze opstelling van het CvTE?1 In hoeverre is hier naar uw mening sprake van passend onderwijs?

Vraag 2

Hoeveel leerlingen in Nederland betreft het hier?

Vraag 3

Hoe beoordeelt u het dat het CvTE een opstelling kiest die rechtsreeks in lijkt te gaan tegen een uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens?2

Vraag 4

Waarom kan het CvTE niet rechtstreeks worden aangeklaagd? Waar kan een ouder terecht als het CvTE een oordeel naast zich neerlegt?

Vraag 5

Kunt u garanderen dat Iris in mei examen kan doen mét gebruik van digitale woordenboeken?

Vraag 6

Hoe kan voorkomen worden dat ouders van kinderen met ernstige dyslexie dure software, zoals spraaksynthese, zelf moeten aanschaffen? In hoeverre acht u het «passend» dat deze financiële drempels voor lesmateriaal bestaan? Wat bent u voornemens hier aan te doen?

Vraag 7

Wilt u deze vragen nog ruim voor de start van de examens in 2015 beantwoorden?


X Noot
1

Bijlage onderhands toegestuurd naar departement

X Noot
2

oordeel 2014–37 en oordeel 2015–33 www.mensenrechten.nl

Naar boven