Vragen van het lid Merkies en Karabulut (beiden SP) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Financiën over het bericht dat de vermogensongelijkheid in Nederland recordhoogtes bereikt (ingezonden 16 april 2015).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «Vermogensongelijkheid op recordhoogte»?1

Vraag 2

Hoe verhoudt de conclusie van Wiemer Salverda, namelijk dat de rijken meer financieel vermogen dan ooit hebben, en in de startblokken staan om te profiteren van de gevolgen van kwantitatieve verruiming en stijgende huizenprijzen, zich tot uw uitspraak dat de vermogensongelijkheid in Nederland stabiel is? Deelt u de mening dat de rijken in Nederland rijker worden? Vindt u de huidige een rechtvaardige verdeling van welvaart in Nederland?2

Vraag 3

Kunt u de volgende uitspraken bevestigen: «Het aandeel van de vermogenstop 10% in alle vermogens in 2013 bedraagt 66 procent. Dat is 10 procentpunten meer dan in 2009.», «In 2013 bezit de top 701 miljard euro en de rest 359 miljard euro. Beide segmenten bereiken een hoogtepunt in 2008 (resp. 737 en 563 miljard) en dalen daarna. De daling voor de top is echter veel geringer (7%) dan voor de rest (37%)» en «De topvermogens zijn verantwoordelijk voor meer dan 60 procent van de spurt omhoog sinds 2009.»? Wat is uw oordeel over deze verhoudingen?

Vraag 4

Klopt het dat Nederland een hogere vermogensongelijkheid kent dan de VS, Zwitserland en Duitsland?

Vraag 5

Wat zijn de implicaties van dit onderzoek voor de door u regelmatig aangehaalde Wilterdink-reeks met betrekking tot de ontwikkeling van vermogensongelijkheid in Nederland?

Vraag 6

Hoe apprecieert u dit onderzoek in vergelijking met de door u eerder aangehaalde onderzoeken van Koen Caminada?

Vraag 7

Kunt u uiteenzetten hoe het vermogen van de top-10%, top-1%, top-0,1% en top-0,01% is samengesteld?

Vraag 8

Hoe verklaart u dat het financiële vermogen minus het huizenbezit van de top-10% na een aanvankelijke daling in 2009 zich snel herstelt en al in 2010 het eerdere topniveau achter zich laat?

Vraag 9

Hoeveel mensen in Nederland bezitten een negatief vermogen? Hoe verklaart u dit percentage? Hoe groot zijn hun schulden?

Vraag 10

Wat gaat u doen om de toenemende vermogensongelijkheid in Nederland terug te dringen? Welke doelstellingen hanteert u om de verschillen tussen arm en rijk te verkleinen?

Vraag 11

Ziet u een relatie tussen de groeiende vermogensongelijkheid en de groeiende armoede en schulden? Zo ja, welke? Zo nee, kunt u uw antwoord onderbouwen?


X Noot
1

Wiemer Salverda (13 april 2015, Me Judice): «Vermogensongelijkheid op recordhoogte»

X Noot
2

Kamerstuk 34 000 IX, nr. 7

Naar boven