Vragen van het lid Ten Broeke (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het voorlopige akkoord omtrent het Iraanse nucleaire programma (ingezonden 10 april 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het hoofdlijnenakkoord tussen Iran en de P5+1 inzake het Iraanse nucleaire programma? Hoe beoordeelt u dit akkoord in algemene zin?

Vraag 2

Op welke wijze wordt de Nederlandse regering door de Europese onderhandelingsdelegatie betrokken bij de onderhandelingen?

Vraag 3

Deelt u de vrees dat Iran zich wederom niet aan afspraken en verplichtingen die voortvloeien uit dit akkoord en internationaalrechtelijke verplichtingen inzake nonproliferatie zal houden? Zo neen, waarom niet? Ziet u aanleiding om aan te nemen dat het Iraanse regime, dat al sinds 1989 onder leiding van dezelfde Opperste Leider staat, zich nu coöperatiever en betrouwbaarder zal opstellen dan in het recente verleden, waarin het Iraanse regime zich een uiterst onbetrouwbare gesprekspartner toonde?

Vraag 4

Kunt u de voorlopige afspraken omtrent het inspectieregime toelichten? Hoeveel ruimte krijgen inspecteurs van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) onder de huidige afspraken? Krijgen inspecteurs toegang tot niet alleen grote nucleaire faciliteiten als Natanz en Fordow, maar ook tot andere (potentieel) verdachte militaire installaties? Zijn er afspraken gemaakt over welke procedures de inspecteurs moeten doorlopen om naar de faciliteiten te kunnen afreizen en hoeveel tijd er tussen aanvraag en bezoek moet zitten?

Vraag 5

Beschikt het IAEA in uw ogen over voldoende middelen om een robuust inspectie- en verificatieprogramma, zoals beschreven in het voorlopige akkoord, uit te voeren? Deelt u de zorgen van voormalig VN-wapeninspecteur David Albright dat de IAEA nu over te weinig inspecteurs en dus financiële middelen beschikt om een dergelijk programma uit te voeren?1

Vraag 6

Klopt het dat uit de samenvatting van het Witte Huis valt op te maken dat sancties worden verlicht na verificatie door de IAEA, terwijl uit de lezing van het Iraanse regime echter valt op te maken dat sancties direct ongedaan gemaakt worden na inwerkingtreding van een akkoord? Is de verschillende lezing van het tijdpad van sanctieverlichting u ook opgevallen? Hebben de onderhandelaars hier simpelweg nog geen overeenstemming over hebben bereikt of worden de afspraken anders geïnterpreteerd? Deelt u de zorgen over deze onduidelijkheid? Kunt u de Kamer informeren over welke sancties onder welke voorwaarden worden opgeheven, en welke niet?

Vraag 7

Klopt het dat als Iran afspraken niet nakomt, de internationale gemeenschap sancties alleen kan herstellen door het VN-spoor te bewandelen? Deelt u de vrees dat iedere route langs de VN-Veiligheidsraad tot vertraging en verlamming kan leiden, met een bedreiging van de internationale veiligheid tot gevolg? Hoe kwalificeert u tegen die achtergrond de opmerking van de Amerikaanse president Obama dat deze interim--deal een «snap-back»-mogelijkheid2 heeft, waarmee gesuggereerd wordt dat sancties met een vingerknip terug te plaatsen zouden zijn?

Vraag 8

Is een break out time van een jaar in uw ogen voldoende om, indien Iran zich niet aan de afspraken houdt, dit te verifiëren, te bespreken in internationaal verband, en, zo nodig militair, in te grijpen teneinde de productie van een nucleair wapen te voorkomen?

Vraag 9

Wat gaat er gebeuren met de Iraanse voorraad hoogverrijkt uranium? Hoe wordt dit «geneutraliseerd»? Waarvoor wil Iran de voorraad uranium met een verrijkingspercentage tussen de 5% en 20% gebruiken?

Vraag 10

Klopt het dat de raamwerkovereenkomst geen afspraken inzake het Iraanse ballistische rakettenprogramma bevat? Verwacht u dat een definitief akkoord nog afspraken over de Iraanse ballistische capaciteit gaat bevatten? Deelt u de mening dat Nederland een bijzondere verantwoordelijkheid heeft om scherp te zijn op de voortzetting van een Iraans programma voor langeafstandsraketten (intercontinental ballistic missile – ICBM), aangezien Nederland al sinds de NAVO-top in Lissabon een specifieke NAVO-taak heeft geaccepteerd omtrent het bestrijden van ballistische raketten? Is een voortzetting van een dergelijk programma niet te kwalificeren als een rechtstreekse bedreiging voor Europa en de VS?

Vraag 11

Hoe groot is de kans dat Iran nucleaire kennis deelt met bevriende schurkenstaten of proxies als Hezbollah? Beschikt Iran over kennis die overdraagbaar is aan dergelijke spelers? In welke mate kan de internationale gemeenschap erop toezien dat schurkenstaten en proxies niet profiteren van Iraanse nucleaire kennis?

Vraag 12

Bent u van mening dat Iran sinds het aantreden van Rouhani als president bijna twee jaar geleden, de retoriek buiten beschouwing latend, politiek «gematigder» is geworden? Is de mensenrechtensituatie er in Iran op vooruitgegaan? Speelt Iran in het Midden-Oosten geopolitiek een andere rol dan in het verleden, en zo ja, hoe duidt u deze? Kunt u bevestigen dat Opperste Leider Khamenei in maart nog heeft opgeroepen tot «dood aan Amerika», en zo ja, hoe interpreteert u deze uitspraak?

Vraag 13

In het interview met New York Times-columnist Thomas Friedman gaf Obama duidelijk aan dat de soennitisch-Arabische bondgenoten van de Verenigde Staten ruimhartige militaire steun tegemoet kunnen zien3; de opheffing van het wapenembargo jegens Egypte en de aankondiging om weer 1,3 miljard dollar aan wapens aan Egypte te leveren lijken daarvan een voorbeeld te zijn; deelt u de mening dat alleen al de aankondiging van een akkoord nu al leidt tot de influx van een grote hoeveelheid wapens teneinde de machtsbalans te handhaven dan wel te herstellen?

Vraag 14

Hoe waarschijnlijk is het dat er uit een akkoord met Iran een nucleaire wapenwedloop in het Midden-Oosten voortvloeit, met als gevolg dat een toenemend aantal landen een nucleair wapen zal verlangen om het machtsevenwicht te herstellen? Deelt u de analyse van de voormalige Amerikaanse Secretary of State Henry Kissinger dat veel staten in het Midden-Oosten met dergelijke ambities te instabiel zijn om met nucleaire kennis – en de afschrikkende werking die van nucleaire macht uitgaat – om te gaan?4

Vraag 15

Blijft u van mening dat het beter is «(een akkoord) nu uit te stellen dan een slecht akkoord te tekenen», zoals u op 10 december jl. verklaarde?5

Naar boven