Vragen van het lid Merkies (SP) aan de Minister van Financiën over de kwaliteit van
het hersteladvies door verzekeraars voor houders van woekerpolissen (ingezonden 7 april
2015).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de tekortschietende kwaliteit van het hersteladvies voor woekerpolissen,
dat geconstateerd is door de Autoriteit Financiële Markten (AFM)?
Vraag 2
In welke mate komt het voor dat het hersteladvies tekort schiet?
Vraag 3
Hoe wordt door de AFM geverifieerd of er sprake is van tekortschietend hersteladvies?
Vraag 4
Luistert de AFM wel eens mee met de telefonische gesprekken om inzicht te krijgen
in de kwaliteit van het hersteladvies?
Vraag 5
Krijgen de verzekerden die gebeld worden om geactiveerd te worden alle voorgelegde
opties ook nog eens schriftelijk opgestuurd?
Vraag 6
Bij 39% van de niet opbouwende beleggingsverzekeringen waarvoor een oplossing is gevonden,
heeft de klant de keuze gemaakt om niets te wijzigen; denkt u dat al deze verzekerden
een weloverwogen keuze hebben gemaakt?
Vraag 7
Waarom zou 39% van de klanten met een niet opbouwende beleggingsverzekering moedwillig
premie willen blijven inleggen, terwijl er geen waarde mee wordt opgebouwd?
Vraag 8
In het schriftelijk overleg over de AMvB beleggingsverzekeringen veronderstelt u dat
er mogelijk klanten zijn die verwachten dat de beleggingen die onderdeel zijn van
de beleggingsverzekering de komende periode een goed rendement zullen maken; gelooft
u dat echt?1 Hoeveel verzekerden bent u tegengekomen die om deze reden een niet opbouwende beleggingsverzekeringen
hebben aangehouden?
Vraag 9
Komt het ook werkelijk voor dat verzekerden een leeglooppolis aanhouden vanwege de
overlijdensrisicoverzekering? Hoe vaak komt het voor?
Vraag 10
In het eerdergenoemde schriftelijk overleg over de AMvB beleggingsverzekeringen zegt
u dat voor het activeren van een klant niet in alle gevallen een advies is vereist;
in welke gevallen is dat niet het geval? Betreft dat alleen de gevallen waar de klant
zelf het initiatief heeft genomen?
Vraag 11
Kunt u aangeven in hoeveel procent van de gevallen waarin een beleggingsverzekering
wordt beëindigd, er sprake is van een advies dat aan alle voorwaarden voldoet die
de Wft aan adviseren stelt? In hoeveel procent van de gevallen wordt een beleggingsverzekering
beëindigd zonder advies?
Vraag 12
Hoe onafhankelijk acht u het hersteladvies dat wordt uitgevoerd door de verzekeraar
zelf of door de verzekeraar ingehuurde partijen?
Vraag 13
Waarom bestaat er geen plicht tot het geven van een onafhankelijk hersteladvies over
beleggingsverzekeringen?
Vraag 14
Bent u bereid uw besluit in die mate aan te passen dat er een plicht ontstaat tot
het geven van een onafhankelijk hersteladvies over beleggingsverzekeringen? Kunt u
uw antwoord toelichten?
Vraag 15
Deelt u de mening dat bij het activeren van klanten met een beleggingsverzekering,
ook hoort het geven van een hersteladvies dat voldoet aan de eisen die de Wet financieel
toezicht (Wft) aan adviseren stelt? Bent u bereid de definitie «activeren» hierop
aan te passen?
Vraag 16
Is er sprake van een advies, dat dient te voldoen aan de eisen die de Wft aan adviseren
stelt, wanneer een bezitter van een woekerpolis telefonisch wordt benaderd door de
verzekeraar en in het gesprek wordt nagegaan of de beleggingsverzekering nog bij de
betreffende persoon past? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 17
Wordt naar uw mening in het belang van de klant gehandeld wanneer een hersteladvies
zich beperkt tot het inzichtelijk maken van de risico’s die een bezitter van een beleggingsverzekering
loopt, en niet is gericht op het oplossen ervan?
Vraag 18
Acht u de eisen die de Wft aan adviseren stelt te zijn nagekomen wanneer tijdens een
hersteladvies de klant enkel wordt gewezen op producten die worden verkocht door de
verzekeraar in wiens naam de betreffende adviseur handelt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 19
Hoe gaat u bevorderen dat de kwaliteit van de hersteladviezen omhoog gaat?
Vraag 20
Wat gaat u doen indien nader onderzoek van de AFM bevestigt dat het hersteladvies
in veel gevallen tekort is geschoten?
Vraag 21
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voorafgaand aan het Algemeen overleg beleggingsverzekeringen
voorzien op 15 april a.s?