Vragen van de leden Kooiman (SP) en Van Tongeren (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de wachttijd tussen tbs met voorwaarden en tbs met dwangverpleging (ingezonden 31 maart 2015).

Vraag 1

Klopt het dat het voor kan komen dat tbs-patiënten, van wie de tbs-behandeling met voorwaarden wegens de schending van die voorwaarden moet worden omgezet in tbs met dwangverpleging, zonder behandeling kunnen komen te zitten? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?

Vraag 2

Bent u bekend met de zaak van C.R, die te lang niet de benodigde behandeling heeft gehad omdat de omzetting van tbs met voorwaarden in tbs met dwangverpleging ruim een jaar op zich heeft laten wachten?1 Wat is uw reactie op deze zaak?

Vraag 3

Geldt de door de Hoge Raad bepaalde maximaal toelaatbare wachttijd van vier maanden na afloop van de gevangenisstraf ook voor de tijd die maximaal mag zitten tussen bijvoorbeeld tbs met voorwaarden en tbs met dwangverpleging? Zo nee, waarom niet? Welke termijn acht uzelf toelaatbaar?2

Vraag 4

Wat zijn de «extremen» in de wachttijden van de laatste maanden en welke redenen waren daarvoor?

Vraag 5

Wat is de gemiddelde wachttijd voor een tbs-plaats als tbs met voorwaarden is of nog moet worden omgezet in tbs met dwangverpleging?

Vraag 6

Deelt u de mening dat een patiënt van wie de uitspraak over het opleggen van tbs nog niet onherroepelijk is in de tussentijd wel de benodigde behandeling dient te krijgen als artsen hiertoe adviseren omdat dit anders de resocialisatie niet ten goede komt? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Welke maatregelen worden genomen om te voorkomen dat een behandeling te lang wordt stilgelegd waardoor zoals in de zaak van C.R. de situatie van de patiënt alleen maar is verslechterd en ook de resocialisatie is bemoeilijkt?


X Noot
1

Stukken onderhands en geanonimiseerd meegezonden

X Noot
2

Hoge Raad, C06/194HR (ECLI:NL:HR:2007:BB5074)

Naar boven