Vragen van het lid Smaling (SP) aan de Minister van Infrastructuur en Milieu over onduidelijkheden in vergunningaanvragen en het Besluit omgevingsrecht bij onderhoud (ingezonden 30 maart 2015).

Vraag 1

Klopt het dat gewoon onderhoud aan bouwwerken uitgevoerd kan worden zonder omgevingsvergunning, mits detaillering, vormgeving en profilering van dat bouwwerk niet wijzigen?

Vraag 2

Is de bovengenoemde beperking ingegeven door de wens om veranderingen in het uiterlijk van bouwwerken te voorkomen?1

Vraag 3

Klopt het dat bij een zogenoemde «verandering»2 van een bouwwerk, geen vergelijkbare beperkingen worden opgelegd aan detaillering, vormgeving, profilering, materiaal of kleurgebruik?

Vraag 4

Is er uitsluitend sprake van een «verandering» van een bouwwerk indien er sprake is van een toevoeging van een nieuw element aan het bouwwerk?3

Vraag 5

Wordt het vervangen van de volledige dakbedekking van een bouwwerk (zonder wijziging aan te brengen in draagconstructie, brandcompartimentering, bebouwd oppervlakte of bouwvolume) beschouwd als «gewoon onderhoud» of als een vergunningvrije «verandering»?

Vraag 6

Kunt u, indien het antwoord op vraag 5 luidt dat sprake is van een vergunningvrije verandering, toelichten waarom voor het wijzigen van de profilering van een raamkozijn een omgevingsvergunning wenselijk wordt geacht, terwijl een metamorfose van het dak of van een gevel zonder omgevingsvergunning mogelijk is?

Vraag 7

Is het aanbrengen van stucwerk op een bakstenen gevel mogelijk zonder omgevingsvergunning voor het bouwen?

Vraag 8

Ligt aan de zogenoemde voorkant-achterkant benadering bij het vergunningvrije bouwen de gedachte ten grondslag dat de overheid via het vergunningsinstrument invloed uitoefent op de (beeld-)kwaliteit van de publieke ruimte, maar zich terughoudend opstelt bij de kwaliteit van achtererfgebieden die over het algemeen een minder openbaar karakter hebben?

Vraag 9

Bent u bereid om het Besluit omgevingsrecht (BOR) zodanig aan te passen dat «veranderingen» (als bedoeld in artikel 3.8 van bijlage II van het BOR) slechts vergunningvrij zijn, indien ze geschieden op gebouwdelen die niet naar de publieke ruimte zijn gericht?

Vraag 10

Kunt u de vragen beantwoorden vóór het Algemeen overleg Ruimtelijke Ordening voorzien op 29 april 2015?


X Noot
1

De circulaire MG 2002–28, dd. 1-1-2004 van het toenmalige Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) vermeldt: «Het doorslaggevend criterium voor de vraag of er bij het veranderen van kozijnen sprake is van gewoon onderhoud, is dat het uiterlijk, beoordeeld naar de detaillering, profilering en vormgeving, gelijk blijft. Daarvan kan ook sprake zijn indien kozijnen worden geplaatst van een andere materiaalsoort.»

X Noot
2

Bedoeld wordt een «verandering» in de zin van artikel 3.8 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht

X Noot
3

Het «Evaluatieonderzoek bouwvergunningsvrij bouwen» in opdracht van het Ministerie van VROM d.d. 19 april 2007 (Kamerstuk 28 325, nr. 94-b1) schrijft over het onderscheid tussen onderhoud en verandering op pagina 50 het volgende: «Indien de bouwactiviteit niet gericht is op het instandhouden van datgene wat al aanwezig is, maar op het toevoegen van een nieuw element, dan is sprake van een verandering en niet van «gewoon onderhoud».»

Naar boven