Vragen van het lid Geurts (CDA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over
landschapselementen als invulling van de vergroening (ingezonden 20 maart 2015).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Boetevrij voortijdig stoppen met agrarisch natuurbeheer»?1
Vraag 2
Klopt het dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) het in bovenstaand artikel
genoemde bericht heeft gestuurd aan alle agrariërs met een beheerovereenkomst agrarisch
natuurbeheer?
Vraag 3
Kunt u toelichten of stukken land, zijnde een landschapselement, waarvoor de landbouwer
een subsidie kreeg uit de Provinciale Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer en/of
uit het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer, zouden kunnen worden ingezet
als onderdeel van het ecologisch aandachtsgebied, onderdeel van de verplichte vergroening
van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid na beëindiging van de beheersovereenkomst?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Kan een areaal waarvoor er een beheersovereenkomst agrarisch natuurbeheer is afgesloten
eveneens onderdeel zijn van de invulling van het ecologisch aandachtsgebied?
Vraag 5
Kunt u toelichten of er mogelijkheden zijn om landschapselementen deel te laten uitmaken
van equivalente pakketten als invulling van ecologisch aandachtsgebied? In hoeverre
is dit toegelaten gezien het niet toestaan van dubbele betalingen?
Vraag 6
Betekent het bericht op de website van RVO «Landschapselementen zoals houtwallen,
heggen, vrijstaande bomen en bomenrijen worden dus niet als invulling van het ecologisch
aandachtsgebied opengesteld in de algemene lijst», dat landschapselementen onder geen
beding invulling kunnen geven aan het ecologisch aandachtsgebied, oftewel de vergroening?2
Vraag 7
Klopt het dat alle arealen die op dit moment een beheersovereenkomst agrarisch natuurbeheer
hebben zijn ingetekend door RVO?
Vraag 8
In hoeverre is er sprake van hoge administratieve lasten bij het eventueel laten meetellen
voor de vergroening van voormalige arealen waarvoor er een beheerovereenkomst agrarisch
natuurbeheer was gezien deze stukken land al ingetekend zijn?
Vraag 9
Kunt u een financiële onderbouwing geven van uw argument dat landschapselementen niet
deel uit maken van de longlist en daarmee ingezet mogen worden als invulling van het
ecologisch aandachtsgebied vanwege de hoge administratieve lasten? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 10
Ziet u mogelijkheden om landschapselementen op voormalige arealen met een beheersovereenkomst
agrarisch natuurbeheer zoals genoemd in vraag 3 in een groeimodel deel te laten uitmaken
van het ecologisch aandachtsgebied?
Vraag 11
Klopt het dat boeren gezamenlijk landschapselementen niet mogen inzetten als ecologisch
aandachtsgebied?
Vraag 12
Kunt u toelichten waarom deze beperking aan het inzetten van landschapselementen als
ecologisch aandachtsgebied er is?
Vraag 13
Kunt u aangeven welke voorwaarden er zijn verbonden aan de monitoring en controle
van ecologische aandachtsgebieden?
Vraag 14
Hebben deze voorwaarden volgens u tot gevolg dat de controle en monitoring van landschapselementen
duurder is? Kunt u dat toelichten? Ziet u mogelijkheden om de monitoring en controle
in het bijzonder voor landschapselementen als invulling van het ecologisch aandachtsgebied
te vereenvoudigen?
Vraag 15
Kunt u aangeven of andere lidstaten toestaan dat landschapselementen deel uit maken
van de longlist voor de mogelijke invulling van ecologisch aandachtsgebied?
Vraag 16
Kunt u toelichten hoe in andere lidstaten, en in het bijzonder België, landschapselementen
als invulling van het ecologisch aandachtsgebied gemonitord en gecontroleerd gaan
worden?
Vraag 17
Deelt u de mening dat landschapselementen een toegevoegde waarde hebben voor de ecologie
van het platteland en dat de invulling van ecologische aandachtsgebieden met houtwallen,
bomenrijen, heggen, etc. een extra stimulans geeft om deze te behouden?
Vraag 18
Bent u bereid bovenstaande vragen te beantwoorden voor aanvang van de meitelling,
met andere woorden vóór 1 april 2015?
X Noot
1Boerderij Vandaag, 6 maart 2015, ed. 29 nr. 98, blz. 3.