Vragen van het lid Albert deVries (PvdA) aan de Minister van Infrastructuur en Milieu over het bericht «Sluis op losse schroeven» (ingezonden 18 maart 2015).

Vraag 1

Kent u het bericht «Sluis op losse schroeven»?1

Vraag 2

Herkent u zich in de berichtgeving? Is het waar dat het opknappen van cruciale (zee)sluizen vertraging dreigt op te lopen?

Vraag 3

Is het waar dat verschillende bouwers opdrachten te complex en risico’s te groot vinden en dat veel grote aanbestedingen elkaar in korte tijd opvolgen? Welke rol speelt het gebruik van dbfm-contracten (ontwerp, bouw, financiering, onderhoud in één contract) daarin?

Vraag 4

Hoe oordeelt u over de versnelling van de aanleg van de tweede zeesluis bij IJmuiden, die de Kamer mogelijk heeft gemaakt op voorwaarde dat de regio zou voorfinancieren, nu overprogrammering tot problemen lijkt te leiden?

Vraag 5

Worden de projecten «tweede sluis Eefde», «zeetoegang Terneuzen» en «renovatie Afsluitdijk» inderdaad in 2015 in de markt gezet? Overweegt u vanwege de afname van het aantal potentiële opdrachtnemers om de aanbestedingen over een langere periode uit te smeren?

Vraag 6

Kunt u de uitspraak van de programmadirecteur bij Rijkswaterstaat (RWS), dat hij eerst wil kijken of hij kan sleutelen aan de voorwaarden, volgorde en planning van projecten, voor hij knopen doorhakt, nader toelichten?

Vraag 7

Is er binnen RWS een prioritering van de verschillende projecten? Zo ja, hoe prioriteert u de verschillende projecten ten opzichte van elkaar?

Vraag 8

Deelt u de mening dat de koudwatervrees bij bouwbedrijven om met Rijkswaterstaat in zee te gaan past in een trend die al langer gaande is? Zo ja, op welke wijze doorbreekt u deze trend?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden De Rouwe en Van Helvert (beiden CDA), ingezonden 18 maart 2015 (vraagnummer 2015Z04806)


X Noot
1

De Telegraaf, 17 maart 2015.

Naar boven