Vragen van de leden Van Weyenberg en Van Meenen (beiden D66) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Leerwerkplekken in de knel door ontslagregels» (ingezonden 17 maart 2015).

Vraag 1

Kent u het bericht «Leerwerkplekken in de knel door ontslagregels»?1

Vraag 2

Is het waar dat arbeidsovereenkomsten die zijn afgesloten in het kader van een beroepsbegeleidende leerweg (BBL) zijn uitgezonderd van de ketenbepaling, aangezien deze arbeidsovereenkomsten worden afgesloten in het kader van een opleiding die gericht is op het behalen van een startkwalificatie?

Vraag 3

Is het waar dat arbeidsovereenkomsten van BBL-leerlingen niet zijn uitgezonderd van de transitievergoeding?

Vraag 4

Deelt u de mening dat ondernemers die BBL-plekken aanbieden, de transitievergoeding niet kunnen ontwijken, omdat een BBL-leerling na maximaal vier jaar plaats moet maken voor een nieuwe leerling, waardoor de arbeidsovereenkomst per definitie niet gericht is op een dienstverband voor onbepaalde tijd?

Vraag 5

Mogen leerwerkbedrijven de opleidingskosten voor een BBL-leerling aftrekken van de transitievergoeding?

Indien leerwerkbedrijven de opleidingskosten niet mogen aftrekken van de transitievergoeding, worden zij dan op een andere manier (bijvoorbeeld via een hogere tegemoetkoming in de onkosten van de opleiding) gecompenseerd voor de transitievergoeding?

Vraag 6

Welke dienstverbanden zijn er, naast de BBL-trajecten, nog meer die specifiek gericht zijn op het volgen van een opleiding, zoals de opleiding van medisch specialisten? Op welke manier zorgt u er voor dat de transitievergoeding geen negatief effect heeft op het aanbod van deze opleidingen?

Vraag 7

Bent u bereid de effecten van de transitievergoeding op het aanbod van dienstverbanden die gericht zijn op opleiding te monitoren?


X Noot
1

Financieele Dagblad, 13 februari 2015

Naar boven