Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris en Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over het bericht dat basiszorg voor daklozen een urgent probleem
is (ingezonden 6 maart 2015).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het onderzoek dat gedaan is onder de Nederlandse Straatdokters
Groep die dak- en thuislozen zien en verzorgen? Kunt u uw antwoord toelichten?1
Vraag 2
Schrikt u ook van de veel lagere gemiddelde levensverwachting van dak- en thuislozen?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 3
Herkent u het versnipperde beeld dat naar voren komt in de zorg voor dak- en thuislozen?
Hoe verklaart u dat? Wat vindt u ervan?
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe de verantwoordelijkheid voor artsen precies is vormgegeven in
de Wet publieke gezondheidszorg en/of de Stedelijke Kompassen en/of het Plan Maatschappelijke
Opvang? Vindt u de positie van medici voldoende gewaarborgd?
Vraag 5
Erkent u dat bij dak- en thuislozen vele problemen voorkomen, vaak in combinatie,
zoals somatische aandoeningen, verslavingen en psychiatrische problemen, verstandelijke
beperking en gebrek aan kennis van de Nederlandse taal? Is er voldoende capaciteit
om deze ingewikkelde en complexe doelgroep van goede medische zorg te voorzien? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Vraag 6
Baart het u ook zorgen dat buiten de randstad GGD-spreekuren voor dak- en thuislozen
beperkt of niet (meer) plaatsvinden? Denkt u dat dit bijdraagt aan het herkennen en
kunnen hanteren van multiple (medische en sociale) problematiek? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Vraag 7
Hoe verklaart u dat een verstandelijke beperking bij dak- en thuislozen onvoldoende
herkend wordt?
Vraag 8
Is bekend hoe vaak dak- en thuislozen worden weggestuurd bij ggz-instellingen en ziekenhuizen,
omdat zij onverzekerd zijn, geen vast adres of identificatiebewijs kunnen voorleggen?
Zo nee, bent u bereid dit uit te zoeken en de Kamer hierover te informeren?
Vraag 9
Hoe oordeelt u over de berichtgeving dat mensen met een verslaving vaak geweigerd
worden door ggz-instellingen, en bij behandeling aandacht voor somatische problemen
onder de maat is? Hoe vaak komt dit voor, en welke maatregelen neemt u om dit op te
lossen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 10
Is u bekend hoeveel dak- en thuislozen zorg mijden vanwege het verplichte eigen risico
en de hoge eigen bijdrage voor zorg? Zo nee, bent u bereid dit uit te zoeken en de
Kamer hierover te informeren?
Vraag 11
Kunt u aangeven wat de laatste stand is van het aantal dak- en thuislozen? Hoe verklaart
u de vele uiteenlopende cijfers die in omloop zijn? Hoe worden dak- en thuislozen
geregistreerd, en door wie?
Vraag 12
Wat vindt u van het voorstel om landelijk te coördineren en uniform te registreren
hoe het dak- en thuislozen gaat, inclusief de zorg voor hen?
Vraag 13
Welke maatregelen gaat u nemen om de toegang tot en de kwaliteit van de gezondheidszorg
voor dak- en thuislozen te verbeteren? Hoe kunnen de Nederlandse Straatdoktoren een
rol spelen in het delen van kennis en het opzetten van medische zorg en preventie?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 14
Erkent u dat het noodzakelijk is voorwaarden scheppende zaken, zoals het hebben van
een postadres voor de zorgverzekering, het aanpakken van schuldenproblematiek, het
voorkomen van uitval uit hulptrajecten door (te) strenge regels, voor toegang tot
zorg goed helder te hebben? Bent u bereid deze zaken op een rij te zetten en te verankeren
in beleid, ten einde de toegang tot medische zorg voor dak- en thuislozen te vergroten?
Vraag 15
Is bekend op welke wijze ondermaatse of afwezige toegang tot medische zorg voor dak-
en thuislozen de publieke gezondheid kan beïnvloeden? Kunt u de Kamer hierover informeren?