Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over willekeur bij toetsing euthanasie (ingezonden 26 februari 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel over willekeur bij toetsing van euthanasie?1

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat SCEN-artsen niet uniform oordelen over casussen van patiënten die geen – op korte termijn – terminale ziekte hebben?

Vraag 3

Deelt u de mening dat uniforme omgang met de zorgvuldigheidseisen een voorwaarde is om rechtsongelijkheid te voorkomen bij patiënten die met de behandelend arts tot de conclusie zijn gekomen dat euthanasie de beste oplossing is? Zo ja, welke mogelijkheden ziet u om meer uniformiteit te bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u de aanbeveling de SCEN-arts een meer verifiërende taak te geven bij de beoordeling van een euthanasieverzoek, waarbij de nadruk ligt op de beoordeling of de patiënt daadwerkelijk uitzichtloos lijdt?

Vraag 5

Bent u, net als de onderzoekers, van mening dat aanpassing van de KNMG-richtlijn «Euthanasie bij een verlaagd bewustzijn» nodig is, zodat deze beter aansluit bij de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding, en kan bijdragen aan meer uniformiteit?


X Noot
1

Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, «Beoordeling van euthanasieverzoek door SCEN-artsen», Ned Tijdschr Geneesk. 2015;159:A8135.

Naar boven