Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Staatssecretaris Economische Zaken en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de slechte score op voedselveiligheid van visbedrijven (ingezonden 13 februari 2015).

Vraag 1

Wat is uw mening over het feit dat een minderheid (44%) van de visverwerkende bedrijven in de categorie «groen» scoort qua voedselveiligheidssysteem?

Vraag 2

Hoe lang was het bij u al bekend dat het zo slecht gesteld is met de voedselveiligheid in de visverwerkende sector in den brede en welke acties zijn er ingezet om dit te verbeteren?

Vraag 3

Waarop wordt de conclusie gebaseerd dat de voedselveiligheid niet in het geding is geweest?

Vraag 4

Waarom is, gezien het feit dat het bedrijf Foppen in de categorie «rood» (onvoldoende naleving voedselveiligheid) blijkt te vallen, niet eerder aan de Kamer gecommuniceerd dat het bedrijf opnieuw in de fout is gegaan?

Vraag 5

Welke overtredingen zijn er bij Foppen geconstateerd in 2014 en 2015? Waarop is de indeling in de categorie «rood» gebaseerd?

Vraag 6

Hoe kunt u het rijmen dat Foppen nu onder verscherpt toezicht staat en onder «code rood» valt, terwijl de Onderzoeksraad voor de Veiligheid het bedrijf in zijn rapport kwalificeerde als een bedrijf dat «een kwaliteitssysteem hanteert dat voldoet aan de eisen die worden gesteld» en over Foppen schreef: «Bij de Nederlandse en Griekse toezichthouders stond het bedrijf bekend als een modern bedrijf en zij rekenden het bedrijf binnen de vissector tot de betere bedrijven met betrekking tot de voedselveiligheid»? Had de Onderzoeksraad voor de Veiligheid toegang tot dezelfde stukken als die waar de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) zich op baseerde?

Vraag 7

Kunt u schetsen in hoeverre de situatie bij Foppen verslechterd dan wel verbeterd is de afgelopen jaren?

Vraag 8

Welke streefcijfers voor inspectiefrequenties hanteert de NVWA en waarop zijn die gebaseerd?

Vraag 9

Hoe kunt u onderbouwen dat een inspectiefrequentie van eenmaal per jaar voldoende is voor de visbedrijven?

Vraag 10

Hoe was de inspectiefrequentie bij visbedrijven in 1995, 2000, 2005, 2008, 2010 en 2012?

Vraag 11

Hebben alle openstaande herinspecties – waar volgens het rapport geen opvolging aan gegeven is wegens capaciteitsproblemen – bij de visbedrijven inmiddels plaatsgevonden? Zo ja, wat waren de resultaten? Zo nee, waarom niet? Wanneer heeft u ervoor gezorgd dat de herinspecties wel hebben plaatsgevonden?

Vraag 12

Hoeveel tijd verstreek er in 2014 gemiddeld voordat een herinspectie plaatsvond? Hoe was dit in voorgaande jaren? Kunt u een overzicht geven van de tijden waarbinnen herinspecties bij de NVWA plaatsvinden per bedrijfsonderdeel?

Vraag 13

Hoe is berekend dat met de ingezette extra inspecteurs, het achterstallige werk en de gewenste inspectiecapaciteit wel plaats kunnen hebben?

Vraag 14

Waarom worden de inspectierapporten van visverwerkende bedrijven pas in 2016 openbaar gemaakt, terwijl de rapporten van de visafslagen wel al in 2015 openbaar worden gemaakt?

Vraag 15

Bent u bereid de rapportage van de NVWA over de resultaten van inspecties bij de visbedrijven van de namen van de betreffende bedrijven te voorzien? Zo nee, waarom niet?

Naar boven