Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Het Radboud UMC weigert orgaandonatie na euthanasie» (ingezonden 12 februari 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat het Radboud UMC weigert organen te transplanteren van een patiënt die euthanasie wenst?1

Vraag 2

Is het waar dat het Radboud UMC de wens van deze patiënt om zijn organen te laten transplanteren na zijn euthanasie heeft afgewezen vanwege het ontbreken van een behandelrelatie? Zo ja, hoe beoordeelt u deze gang van zaken? Zo nee, waar blijkt dat uit?

Vraag 3

Heeft het Radboud UMC naar uw mening zorgvuldig gehandeld jegens deze patiënt? Hoe verhoudt artikel 460 van de Wet geneeskundige behandelovereenkomst zich tot een ziekenhuis dat orgaandonatie na euthanasie weigert? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 4

Welke wet- en regelgeving en richtlijnen zijn van toepassing op orgaandonatie na euthanasie? Acht u deze voldoende passend voor een dergelijk zeldzaam en complex vraagstuk, waarbij zorgvuldigheid voorop moet staan?

Vraag 5

Deelt u de mening dat patiënten, die ernstig ziek zijn en euthanasie wensen gevolgd door orgaantransplantatie, niet in de steek gelaten mogen worden door zorgverleners in hun laatste levensfase? Zo ja, welke maatregelen kunt u treffen om dit soort situaties in de toekomst te voorkomen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Deelt u voorts de mening dat het tekort aan donororganen een groot maatschappelijk probleem vormt, en een transplantatie voor patiënten letterlijk van levensbelang is? Zo ja, bent u bereid de handen ineen te slaan, teneinde de kwaliteit en kwantiteit van donatie na euthanasie te optimaliseren?

Vraag 7

Hoe vaak is de wens van een patiënt om te doneren na euthanasie in de afgelopen twee jaar afgewezen?

Vraag 8

Hoe verloopt de samenwerking tussen de acht transplantatiecentra in Nederland en de overige ziekenhuizen?

Vraag 9

Ontstaan er wel eens problemen door gebrek aan communicatie, logistieke problemen of procedurele onduidelijkheden, waardoor een transplantatie geen doorgang kan vinden? Zo ja, hoe vaak gebeurt dat, en om welke reden precies?

Naar boven