Vragen van het lid Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Minister en Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Minister-President over de affaire Demmink (ingezonden 30 januari 2015).

Vraag 1

In welk stadium bevindt zich thans het strafrechtelijk onderzoek door het Openbaar Ministerie naar oud-ambtenaar Demmink?

Vraag 2

Klopt het dat het strafrechtelijk onderzoek wordt opgehouden omdat Turkije geen gehoor geeft aan internationale rechtshulpverzoeken?

Vraag 3

Welke middelen heeft u om Turkije te bewegen gehoor te geven aan deze rechtshulpverzoeken? Welke mogelijkheden heeft u hiervan benut?

Vraag 4

Kunt u de Kamer op de hoogte houden over de voortgang van het strafrechtelijk onderzoek?

Vraag 5

Bestaan er rapporten van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst over de heer Demmink, die van 1971 tot 1982 werkzaam was op het Ministerie van Defensie?

Vraag 6

Deelt u de mening dat deze getuigenverklaringen van oud-justitiemedewerkers onder ede op zichzelf ook als informatie kunnen worden geclassificeerd? Zo nee, waarom niet?1

Vraag 7

Erkent u dat er een mogelijkheid bestaat dat uw eerdere antwoorden dat de heer Demmink in het geheel niet voorkwam in het Rolodex-onderzoek onjuist waren of bent u van mening dat de eerste en tweede getuigenverklaring onder ede geen kern van waarheid bevatten?

Vraag 8

Waarom beroept u zich in uw antwoord op ambtsberichten van de voorzitter van het College van procureurs-generaal en trekt u niet uw eigen conclusies als verantwoordelijke Minister?

Vraag 9

Heeft u weleens geïnformeerd bij de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie of de heer Demmink in het Rolodex-onderzoek is genoemd? Zo ja, wat was zijn antwoord? Bent u ermee bekend dat de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie verschillende journalisten heeft ingelicht dat de heer Demmink in het Rolodexonderzoek is voorgekomen?

Vraag 10

Is het al bekend of de heer Demmink in hoger beroep gaat tegen de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam in de civiele procedure tegen het Algemeen Dagblad (AD)? Zo ja, laat u opnieuw de Nederlandse belastingbetaler opdraaien voor de vergoeding van de juridische kosten? Zo nee, bent u bereid de Kamer te informeren zodra de heer Demmink heeft besloten om wel of niet in hoger beroep te gaan?

Vraag 11

Wat zijn de totale kosten voor juridische bijstand die tussen 2007 en 2010 zijn gemaakt voor de heer Demmink? Kunt u die kosten uitsplitsen naar zaak en naar tijdstip?

Vraag 12

Hoe valt uw conclusie dat niet vast is komen te staan dat de door het AD geuite beschuldigingen gegrond zijn te rijmen met de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam waarin wordt aangegeven dat de publicatie in het AD niet onrechtmatig en wel zorgvuldig was en waarin wordt gesteld dat de beweringen in het artikel steun vinden in de feiten? Heeft de rechter daarmee niet geoordeeld dat de beschuldigingen over contacten met een jongenspooier vermoedelijk waar zijn?


X Noot
1

U gaf in uw antwoorden van 21 januari 2015 het volgende aan: Naar aanleiding van een tweede getuigenverklaring op 15 april 2014 in het kader van hetzelfde civiele getuigenverhoor, heb ik desgevraagd in de media aangegeven dat ik een duiding van de verklaring had gevraagd aan de voorzitter van het College van procureurs-generaal. De voorzitter van het College deelde mij bij ambtsbericht van 1 mei 2014 mede dat er geen informatie was aangetroffen die de getuigenverklaring van 15 april 2014 bevestigde. Het ambtsbericht leidde derhalve niet tot een andere conclusie dan hetgeen ik eerder aan uw Kamer had medegedeeld.

Naar boven