Vragen van het lid Bruins Slot (CDA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over de verantwoordelijkheid van zorgverzekeraars voor juiste informatievoorziening
via vergelijkingssites (ingezonden 19 januari 2015).
Vraag 1
Wat is uw oordeel over de conclusie van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) dat er
op dit moment op een aantal vergelijkingssites nog informatie te vinden is die consumenten
op het verkeerde been kan zetten? Kunt u hierbij specifiek ingaan op de opmerking
van de NZa dat de interpretatie vaak niet transparant is, en in sommige gevallen zelfs
onjuist is, en de opmerking dat met name in de vrije zorgkeuzen en in de uitleg van
de restitutiepolis fouten worden gemaakt?1
Vraag 2
Op welke vergelijkingssites, en voor welke polissen, heeft er tot 31 december 2014
foutieve informatie gestaan?
Vraag 3
Welke vergelijkingssites hebben volgens het onderzoek van de NZa geen transparante
interpretaties gegeven, en wanneer hebben zij deze informatie gecorrigeerd? Welke
vergelijkingssites hebben volgens het onderzoek van de NZa onjuiste informatie gegeven?
Vraag 4
Ziet u ook het risico dat door verkeerde informatieverstrekking verzekerden nu ten
onrechte kunnen denken dat zij een polis met volledig vrije zorgkeuze hebben afgesloten,
waardoor ze mogelijk tegen onverwachte zorgkosten oplopen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Hoeveel mensen hebben dan op foutieve gronden een zorgverzekering afgesloten?
Vraag 6
Indien uw antwoord op vraag 4 en 5 bevestigend is, wie is er dan verantwoordelijk
voor de geleden schade?
Vraag 7
Kunnen verzekerden die een polis hebben afgesloten op basis van verkeerde en/of misleidende
informatie alsnog van polis veranderen? Zo nee, wilt u dit dan mogelijk maken?
Vraag 8
Wat is uw oordeel over de conclusie van de NZa dat verzekeraars meer zouden moeten
bijdragen aan verbetering van de informatie? Kunt u hierbij specifiek ingaan op de
opmerking dat verzekeraars nog geen verantwoordelijkheid voor zichzelf zien om de
vergelijkingssites aan te spreken?
Vraag 9
Welke verzekeraars zouden volgens het onderzoek van de NZa meer moeten bijdragen aan
verbetering van de informatie op vergelijkingssites?
Vraag 10
Welke sancties kan de NZa opleggen aan zorgverzekeraars die niet voldoen aan de Beleidsregel
Informatieverstrekking ziektekostenverzekeraars en volmachten 2014?2
Vraag 11
Deelt u de mening dat het van belang is dat ook zorgverleners makkelijk te weten kunnen
komen welke polis een patiënt heeft, zodat ook de zorgverlener de patiënt kan informeren
over het al dan niet vergoeden van zorg?
Vraag 12
Klopt het dat de Unieke Zorgverzekeraarsidentificatie (UZOVI) die zorgverleners moeten
gebruiken bij het indienen van declaraties geen onderscheid maakt tussen soorten polissen?
Vraag 13
Betekent dit dat ziekenhuizen en andere zorgverleners niet in hun systeem kunnen nagaan
of zorg wel of niet gecontracteerd is?
Vraag 14
Indien het antwoord op vraag 12 bevestigend is, bent u dan bereid in overleg met zorgverzekeraars
te gaan om in de UZOVI-nummers duidelijk te maken wat voor polis de verzekerde heeft,
zodat ook de zorgverlener de patiënt kan informeren?
Vraag 15
Waarom heeft u er voor gekozen om dit rapport pas begin januari naar de Kamer te sturen,
terwijl het rapport van 18 november 2014 is, en u heeft toegezegd dit zo spoedig mogelijk
naar de Kamer te sturen?3 Aangezien er ook nog geen beleidsreactie bij het rapport is gevoegd, wat is dan de
reden dat u pas na de overstapperiode het rapport naar de Kamer heeft gestuurd?
Vraag 16
Kunt u deze vragen binnen een week beantwoorden, aangezien aanmelden bij een nieuwe
zorgverzekeraar nog mogelijk is tot het eind van januari, en klanten mogelijk geïnformeerd
moeten worden over het feit dat zij misleid zijn?
X Noot
1Nederlandse Zorgautoriteit, «Onderzoeksrapport vergelijkingssites, onderzoek naar
informatieverstrekking door ziektekostenverzekeraars aan vergelijkingssites»
X Noot
2Beleidsregel Informatieverstrekking ziektekostenverzekeraars en volmachten 2014 (TH/BR-015)
X Noot
3Schriftelijke antwoorden op vragen gesteld tijdens de eerste termijn van de begrotingsbehandeling
Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2015, 20 november 2014 (2014D42743)