Vragen van de leden Segers (ChristenUnie), Oskam (CDA) en Kooiman (SP) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht «Eerste stap naar vergunning voor gokbedrijven» (ingezonden 3 december 2014).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht: «Eerste stap naar vergunning voor gokbedrijven»?1

Vraag 2

Wat is de grondslag van de peiling naar interesse in vergunningen die door de Kansspelautoriteit (KSA) is gedaan?

Vraag 3

Heeft u opdracht gegeven tot deze peiling? Zo ja, waarom? Zo nee, waar komt dit idee dan vandaan?

Vraag 4

Hoeveel waarde hecht u aan de beraadslaging en besluitvorming van de Staten-Generaal?

Vraag 5

Heeft u de KSA inmiddels verzocht de peiling te staken omdat het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand (Kamerstuk 33 996) nog niet tot wet is verheven? Zo nee, is dat niet onbehoorlijk jegens het parlement?

Vraag 6

Waarom moet de verlening van vergunningen versneld worden en wie heeft dat besloten?

Vraag 7

Waarop is de verwachting van de KSA gebaseerd dat er 50 tot 80 aanvragen binnen zullen komen?

Vraag 8

Bent u van mening dat de bedrijven die zich bij de KSA zullen aanmelden, gescreend moeten worden op het punt of zij op dit moment al reclameactiviteiten ontplooien ten aanzien van de Nederlandse markt?

Vraag 9

Welke gevolgen moet KSA volgens u verbinden aan gokbedrijven die consequent volharden in het illegaal aanbieden van reclameactiviteiten in Nederland?

Vraag 10

Kunt u een overzicht geven van alle gokbedrijven die in 2014 het verbod hebben overtreden om reclameactiviteiten aan te bieden op de Nederlandse markt, met daaraan verbonden de maatregelen die de KSA heeft genomen tegen de betreffende bedrijven?

Naar boven