Vragen van de leden Klaver (GroenLinks) en Merkies (SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over de berichtgeving «Nederland verzette zich tegen OESO-aanpak belastingontwijking» (ingezonden 25 november 2014).

Vraag 1

Deelt u de opvatting van de OESO dat te ruime fiscale regelingen voor «innovatieve» bedrijven moeten worden ingeperkt, omdat zij belastingontwijking mogelijk maken?1

Vraag 2

Klopt het dat een bedrijf dat zijn speur- en ontwikkelingswerk in een ander land laat doen dan Nederland, wel kan profiteren van de Nederlandse innovatiebox? Zo ja, is dit niet in strijd met de achterliggende gedachte van de regeling om innovatief onderzoek in Nederland te stimuleren?

Vraag 3

In hoeverre bepaalt aanwezigheid en innovatie in Nederland voor bedrijven die winst uit octrooien maken of zij in aanmerking komen voor voordelen van de innovatiebox?

Vraag 4

Wat vindt u van de uitspraak van Pascal Saint-Amans, hoofd belastingaanpak van de OESO, dat Nederland zich heeft verzet tegen aanpassing van de innovatiebox in OESO-verband?

Vraag 5

Kunt u aangeven waar het Nederlandse verzet zich precies tegen richt?

Vraag 6

Heeft Nederland in OESO-verband zelf een alternatief voorstel gedaan? Zo ja, wat hield dat voorstel in?

Vraag 7

Hoe beoordeelt u de G20-overeenkomst voor de inperking van fiscale regelingen voor «innovatieve» bedrijven?

Vraag 8

U heeft aangegeven een voorstel tot aanpassing van de innovatiebox te zullen doen in het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2015; bent u bereid aanpassingen te doen aan de innovatiebox in lijn met in de OESO nexus-benadering?

Vraag 9

Deelt u de mening dat het wenselijk is om alternatieve manieren te verzinnen om innovatie te stimuleren, gezien het misbruik dat mogelijk blijft binnen een innovatiebox omdat interne verrekenprijzen moeilijk te controleren blijven?


X Noot
1

Op NRCQ van dinsdag 18 november 2014

Naar boven