Vragen van de leden Van der Steur en Van Oosten (beiden VVD) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het artikel «Geheimen mee in het graf» dat oproept onder omstandigheden DNA-onderzoek te doen na een niet natuurlijke dood en omtrent een landelijk protocol voor lijkschouwing (ingezonden 24 november 2014).

Vraag 1

Kent u het artikel «Geheimen mee in het graf»?1

Vraag 2

Herkent u het beeld dat misdrijven kunnen worden opgelost door het DNA van overledenen onder bepaalde omstandigheden te vergelijken met de DNA-databank?

Vraag 3

Deelt u de mening van de in het artikel aangehaalde rechercheurs van de forensische opsporing Midden-Nederland dat afname van DNA van mensen die vanwege een niet-natuurlijke oorzaak zijn overleden kan bijdragen aan de oplossing van misdrijven door dit DNA te vergelijken met DNA uit de databank van de politie?

Vraag 4

Welke richtlijn hanteert het Openbaar Ministerie voor het al dan niet afnemen van DNA van een overledene ten behoeve van een vergelijking met de DNA-databank? Welke rol speelt artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht hierbij?

Vraag 5

Herkent u het beeld dat de bestaande regelgeving onvoldoende aansluit bij de wensen uit de praktijk en als gevolg daarvan oneigenlijk wordt toegepast om het gewenste doel te bereiken? Acht u daarom een aanpassing van het beleid wenselijk?

Vraag 6

Deelt u de mening dat het wenselijk is dat er een landelijk protocol komt voor de lijkschouw waarmee meer aandacht komt voor niet-natuurlijk overlijden?


X Noot
1

Politievakblad Blauw, nummer 9, oktober 2014

Naar boven