Vragen van de leden Marcouch en Oosenbrug (beiden PvdA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Koper breekijzer in regio Ede krijgt aandacht politie» (ingezonden 20 november 2014)

Vraag 1

Kent u het bericht «Koper breekijzer in regio Ede krijgt aandacht politie»?1

Vraag 2

Is het waar dat de politie in de regio Ede camerabeelden en verkoopregistratiegegevens van bouwmarkten gaat controleren met betrekking tot kopers van specifiek gereedschap? Zo nee, wat is er dan niet waar?

Vraag 3

Op welk gereedschap gaat de politie concreet controleren? Hoe wordt bepaald of een bepaalde soort gereedschap al dan niet geschikt is om inbraken mee te plegen?

Vraag 4

Wat zegt het in strafrechtelijke zin als iemand die eerder voor een strafbaar feit is veroordeeld een grote schroevendraaier in een bouwmarkt in Ede koopt? Wat kan de politie concreet doen met dergelijke informatie?

Vraag 5

Hoe vaak is – of wordt naar verwachting – een koper van een gereedschap door de politie aangesproken in verband met zijn aankoop? Op welke manier vindt dat contact plaats?

Vraag 6

Op grond van welke bevoegdheid mag de politie de administratie van winkels gebruiken om te zien wie welke bouwmaterialen heeft gekocht zonder concrete aanwijzingen voor een misdrijf?

Vraag 7

Is er bijzondere aanleiding om te veronderstellen dat inbrekers hun inbrekerstuig bij bouwmarkten in de regio Ede kopen en dan daarmee ook nog in die regio inbraken plegen? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, wat zegt dat over de noodzaak en de effectiviteit van het nakijken van camerabeelden en het doorzoeken van administratie?

Vraag 8

In hoeverre wordt door het bekijken van camerabeelden en het gebruiken van verkoopgegevens de privacy van vele klanten van bouwmarkten geschonden?

Vraag 9

Hoeveel tijd en fte zijn er gemoeid met deze manier van opsporen? Is dit in verhouding met het resultaat van deze opsporingsmethode?

Vraag 10

Acht u dit middel proportioneel ten aanzien van enerzijds het doel van het opsporen van inbrekers en anderzijds de effectiviteit van dat middel en de schending van de persoonlijke levenssfeer? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Deelt u de mening dat de hoop van de politie in Ede dat hun plannen landelijk navolging krijgen voorbarig is zolang niet duidelijk is of die plannen noodzakelijk, effectief en proportioneel ten opzichte van privacyschendingen zijn? Zo ja, hoe gaat u voorkomen dat de plannen van Ede landelijk worden nagevolgd? Zo nee, waarom deelt u die mening niet en krijgt de nationale politie dan de opdracht om het voorbeeld van Ede te volgen?

Naar boven