Vragen van de leden Taverne en Van Oosten (beiden VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over een nieuwe vorm van paspoort-fraude gepleegd door Oost-Europeanen» (ingezonden 5 november 2014).

Vraag 1

Kent u het bericht dat een nieuwe vorm van paspoortfraude, gepleegd door Oost-Europeanen, is ontdekt?1

Vraag 2

Kunt u nadere uitleg en toelichting geven over deze nieuwe manier waarop deze fraude plaatsvindt?

Vraag 3

Kunt u een betrouwbare inschatting geven van het aantal gevallen waarin deze vorm van identiteitsfraude is gepleegd? Op basis waarvan wordt deze inschatting gemaakt?

Vraag 4

Kunt u een betrouwbare inschatting geven van de schade voor de overheid die deze fraude met zich brengt?

Vraag 5

Wanneer was u op de hoogte van de conclusies uit het politierapport waarin melding wordt gemaakt van deze vorm van identiteitsfraude? Wie heeft u van dit rapport en de inhoud ervan op de hoogte gebracht? Is het waar dat de politie het rapport direct heeft gedeeld met overheidsdiensten die zich bezig houden met vreemdelingenzaken? Indien u op de hoogte bent gesteld door voornoemde overheidsdiensten, wanneer heeft dit plaatsgevonden?

Vraag 6

Wat heeft u in de tijd, gelegen tussen het moment dat u op de hoogte werd gesteld van de fraude en nu, gedaan om deze vorm van identiteitsfraude aan te pakken?

Vraag 7

Hoe zien de maatregelen eruit om deze vorm van fraude effectief tegen te gaan? Bent u, eventueel alsnog, voornemens en bereid om deze maatregelen te treffen?

Vraag 8

Kunt u aangeven, nu in de berichtgeving expliciet Oost-Europeanen worden genoemd die zich aan deze vorm van identiteitsfraude schuldig maken, of het ook mogelijk is via andere landen deze fraude te plegen? Zijn er aanwijzingen dat deze fraude ook via andere landen is gepleegd?

Vraag 9

Kunt u deze vragen beantwoorden voor de behandeling van de begroting voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor het jaar 2015 die voor deze week staat gepland?

Naar boven