Vragen van de leden Rudmer Heerema (VVD) en Dijkgraaf (SGP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over de aangepaste begrenzing van Natura 2000-gebieden na uitspraken van de Raad van State (ingezonden 3 november 2014).

Vraag 1

Bent u bekend met de uitspraken van de Raad van State ten aanzien van de Brabantse Wal (201305332/1/R2) en de Loonse en Drunense duinen & Leemkuilen (201305364/1/R2)?

Vraag 2

Waarom is er in de onderhavige gevallen in eerste instantie voor gekozen om de genoemde gronden niet op te nemen binnen de begrenzing?

Vraag 3

Waar in de Europese regelgeving wordt gerefereerd aan de verplichting om gronden waarvoor nieuwe natuurontwikkeling gepland is op te nemen binnen de begrenzing van een Natura 2000-gebied?

Vraag 4

Kunt u een overzicht geven van alle uitspraken van de Raad van State waarin aanwijzingsbesluiten werden vernietigd vanwege het niet opnemen van gronden waarvoor nieuwe natuurontwikkeling gepland stond? In hoeverre hebben deze uitspraken geleid tot daadwerkelijke aanpassing van de begrenzing?

Vraag 5

Gaat u zeer terughoudend om met het opnemen van gronden waar natuurontwikkeling gepland is maar nog niet aanwezig binnen de begrenzing van Natura 2000-gebieden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Bestaat de kans dat naar aanleiding van uitspraken van de Raad van State nog meer wijzigingen van begrenzing van reeds aangewezen Natura 2000-gebieden plaatsvinden? Zo ja, binnen welke termijn? Waarom acht u deze wijzigingen noodzakelijk?

Naar boven