Vragen van het lid Bruins Slot (CDA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over foute artsen (ingezonden 31 oktober 2014).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitzending van de Altijd Wat Monitor op 27 oktober 2014
over foute artsen?
Vraag 2
Wat is er gebeurd met de klachten die de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft
binnengekregen over de Amerikaanse tandarts Harold S.? Op welke wijze hebben de mensen
een terugkoppeling op de klachtafhandeling gekregen?
Vraag 3
Waarom is de tandarts Harold S. nooit in het Nederlandse BIG-register doorgehaald?
Vraag 4
Klopt het dat een revocation in de staat van New York volgens de NYS ProfessionalMisconduct
Enforcement ertoe kan leiden dat een arts nooit meer een beroepsvergunning verstrekt
krijgt?
Vraag 5
Klopt het dat een arts met een revocation ten minste drie jaar moet wachten, voordat
hij een nieuwe vergunning kan aanvragen? Zo ja, hoe is de weging van het kabinet in
2002 dan tot stand gekomen dat een revocation hetzelfde effect heeft als een schorsing
uit het register in Nederland voor de duur van 1 jaar?
Vraag 6
Op welke wijze vertaalt de IGZ en het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg
(CIBG) de zwaarte van maatregelen opgelegd aan artsen uit het buitenland naar het
Nederlandse BIG-register (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) toe?
Vraag 7
Kunt u een overzicht geven van de weging van de straffen zoals een revocation vanuit
de landen van Belgie, Duitsland, Griekenland, Italië, Polen en Verenigde Staten?
Vraag 8
Bent u van mening dat een goede Nederlandse taalbeheersing van buitenlandse artsen
van groot belang is voor goede patiëntenzorg? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Wat vindt u van het idee van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering
der Tandheelkunde (KNMT) en Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) om een Nederlandse
taaltoets voor tandartsen afkomstig uit de Europese Unie (EU) op te leggen?
Vraag 10
Klopt het dat Duitsland al een dergelijke taaltoets kent? Op welke wijze heeft Duitsland
ervoor gezorgd dat een dergelijke taaltoets binnen de Europese regelgeving mogelijk
is?
Vraag 11
Klopt het dat in Engeland onderdeel van de toelatingsprocedure is dat met een certificaat
het beheersen van de Engelse taal wordt aangetoond? Klopt het dat vanuit Engeland
advies is aangevraagd bij de EU over de vraag of deze toelatingsprocedure conform
de Europese regelgeving is? Kunt u dit advies naar de Kamer sturen?
Vraag 12
Bent u bereid om samen met de KNMT en ANT te onderzoeken of een Nederlandse taaltoets
mogelijk te maken is voor artsen uit de Europese Unie, die in Nederland hun beroep
als tandarts willen uitoefenen?
Vraag 13
Klopt het dat in Nederland jaarlijks ongeveer net zo veel tandartsen met een buitenlands
diploma zich registreren als dat er tandartsen in Nederland worden opgeleid?
Vraag 14
Wat is uw reactie op de stelling dat Nederland zodanig afhankelijk is geworden van
de instroom vanuit het buitenland, dat Nederland een paradijs is voor tandartsen die
in het buitenland geschorst of doorgehaald zijn?
Vraag 15
Kunt u de Kamer uiterlijk voorjaar 2015 informeren over de uitkomsten van uw gesprek
met de KNMT en ANT?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Leijten en
Van Gerven (beiden SP), ingezonden 30 oktober 2014 (vraagnummer 2014Z19224).