Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Minister van Defensie over tekortkomingen voor militairen in Mali (ingezonden 17 oktober 2014).

Vraag 1

Wat is uw oordeel over het bericht «Gevoelstemperatuur: 67 graden Celsius; bijna alle WC’s kapot»?1

Vraag 2

Voelt u zich aangesproken door de uitspraak van een anonieme militair: «Ik ben nu zes keer uitgezonden geweest en dit heb ik nog nooit meegemaakt. Je wordt gewoon de woestijn ingetrapt en verder zoek je het maar uit»?

Vraag 3

Waarom slapen de militairen bijna een jaar na aanvang van de missie nog steeds in tenten? In hoeverre is de veiligheid in het geding, vanwege het risico van raketaanvallen op het kamp?

Vraag 4

Deelt u de mening van de voorzitter van vakbond AFMP dat de situatie in Gao «onacceptabel» is? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 5

Deelt u de mening dat goede voorzieningen voor militairen nooit ondergeschikt mogen zijn aan de politieke wens om deel te nemen aan een missie? Zo ja, waarom horen we keer op keer dat uitgezonden militairen met tekortschietende voorzieningen worden geconfronteerd?

Vraag 6

Erkent u dat militairen, vanwege angst voor baanverlies, niet snel zullen klagen over de omstandigheden tegenover hun leidinggevende? Wat onderneemt u om te achterhalen hoe militairen werkelijk over de omstandigheden denken?

Vraag 7

Bent u bereid om de Inspectie Militaire Gezondheidszorg (IMG) onderzoek te laten doen naar de omstandigheden op het kamp?

Vraag 8

Hebben de Nederlandse troepen in Mali inderdaad «niet de beste uitrusting en de voertuigen voor een gevaarlijke missie»? Hoe wordt dit probleem opgelost? Waarom staat dit niet in de laatste voortgangsrapportage over MINUSMA?


X Noot
1

NRC, 15 oktober 2014

Naar boven