Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de steeds hogere drempels bij het vragen van extra uren door rechtshulpverleners bij bewerkelijke zaken (ingezonden 17 oktober 2014)

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «Steeds hogere drempels bewerkelijke zaken»?1 Is de regel nog steeds dat een zaak bewerkelijk is en voor extra vergoeding in aanmerking komt, indien aantoonbaar die niet binnen de tijdsgrens van drie maal het forfaitair bepaalde aantal uren afgehandeld kan worden?

Vraag 2

Is het waar dat aanvragen voor extra uren van civiele- en bestuursrechtadvocaten desalniettemin steevast worden afgewezen? Is dit formeel beleid? Is hier recent iets in gewijzigd? Zo ja, wat dan precies? Zo nee, hoe kan het dan dat dit zo ervaren wordt?

Vraag 3

Wat is uw reactie op de stelling dat advocaten door die standaard afwijzingen zo ontmoedigd zijn dat ze niet eens meer proberen om extra uren aan te vragen?

Vraag 4

Is dit een beoogd gevolg van de bezuinigingen op de rechtsbijstand?

Vraag 5

Hoe beoordeelt u deze hogere drempels voor de vergoeding van extra uren voor feitelijke en/of juridisch complexe zaken? Vindt u dit wenselijk?

Vraag 6

Kunt u in uw antwoord mede het gegeven betrekken dat de tarieven per punt de afgelopen jaren al zijn verlaagd, volgens de plannen volgende jaren verder zal dalen en tot en met het jaar 2018 niet zal worden geïndexeerd? Zorgt het moeilijker maken van de vergoeding van extra uren niet voor nog meer druk op het specialisme van de sociale advocatuur? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?

Naar boven