Vragen van het lid Sjoerdsma (D66) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de trendbreuk van Nederland als voortrekker in het agenderen van taboedoorbrekende onderwerpen (ingezonden 13 oktober 2014).

Vraag 1

Klopt het dat tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in de speciale sessie over de International Conference on Population and Development (ICPD) in New York van 22 september jongstleden aan alle lidstaten is gevraagd om steun uit te spreken voor de nieuwe prioriteiten en agenda van de International Conference on Population and Development (ICPD)?

Vraag 2

Klopt het dat de agenda van de ICPD enkele baanbrekende elementen bevat zoals het tegengaan van alle vormen van geweld en discriminatie ook op basis van seksuele oriëntatie en gender identiteit, het mogelijk maken van veilige abortus door middel van veilige abortusdiensten, het liberaliseren van restrictieve abortuswetgeving en het bevorderen van de rechten van adolescenten en jongeren, en dat voor het eerst de volledige term «seksuele en reproductieve gezondheid en rechten» wordt gebruikt in een VN document? Zo ja, steunt u deze agenda van de ICPD?

Zo nee, welke elementen bevat de agenda van de ICPD dan wel?

Vraag 3

Kunt u toelichten waarom u tijdens uw speech in New York bij de 69e sessie van de AVVN speciale sessie over de International Conference on Population and Development (ICPD), géén expliciete steun uitsprak voor de twee rapporten die aan de AVVN zijn voorgelegd en die de basis vormen voor de opvolgingsagenda van de ICPD, terwijl uw speech wel het aangewezen moment was om die steun uit te spreken?

Vraag 4

Kunt u tevens toelichten waarom u tijdens uw speech geen duidelijk verband legde tussen het recent uitgekomen Index Rapport de uitkomsten en aanbevelingen van het ICPD Global Review proces, en de Post-2015 Agenda?

Vraag 5

Kunt u toelichten waarom u in uw speech niet verwees naar voor Nederland belangrijke en taboedoorbrekende onderwerpen zoals erkenning van seksuele en reproductieve rechten, veilige en legale abortus, tegengaan van discriminatie, ook op basis van seksuele oriëntatie en gender identiteit, en bestrijding van de HIV epidemie met aandacht voor de seksuele en reproductieve rechten van key populations?

Vraag 6

Deelt u de mening dat de in uw speech ontbrekende verwijzingen naar het progressieve en taboedoorbrekende beleid van Nederland een gemiste kans is geweest daar uw speech tijdens die bijeenkomst het aangewezen moment was om de Nederlandse inzet, steun en voortrekkersrol te benadrukken?

Vraag 7

Is deze speech een trendbreuk en moet deze geplaatst worden in uw aangekondigde strategie om in dialoog te gaan met minder voor de hand liggende partners, zoals met het Vaticaan? Zo ja, hoe ziet u in dit licht de rol van het Vaticaan bij de recent gehouden internationale bijeenkomsten, waaronder de in maart 2014 gehouden Commission on the Status of Women (CSW) en de in april 2014 gehouden Commission on Population and Development (CPD)?

Vraag 8

Wat betekent de trendbreuk voor de rol van Nederland als voortrekker bij het benoemen van gevoelige onderwerpen?

Vraag 9

Kunt u toelichten wat bovenstaande betekent voor de toekomstige positie van Nederland bij VN processen op het gebied van SRGR?

Heeft u nadien op andere wijze alsnog uw expliciete steun uitgesproken voor de progressieve agenda van de ICPD of bent u voornemens dat op korte termijn alsnog publiekelijk te doen?

Naar boven