Vragen van de leden Van Oosten en Van der Steur (beiden VVD) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de rechtspraak een commercial court wil (ingezonden 8 oktober 2014).

Vraag 1

Bent u bekend met de oproep van de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak op 11 september jl. de komst van een commercial court voluit te steunen? Heeft u het artikel «Rechtspraak wil commercial court» uit het Advocatenblad van oktober 2014 gelezen?

Vraag 2

Wat vindt u van het pleidooi van de voorzitter van de Raad van de rechtspraak te komen tot een speciale handelsrechtbank die grote en internationale handelsconflicten snel zal kunnen afdoen?

Vraag 3

In hoeverre deelt u de gedachte dat zo'n commercial court een bijdrage kan leveren aan het vestigings- en ondernemersklimaat in Nederland en daarmee de hoogstaande juridische infrastructuur in Nederland verder kan versterken?

Vraag 4

Kennen ons omringende landen reeds vergelijkbare rechtbanken cq. initiatieven daartoe? Zo ja, welke voorbeelden en ervaringen kunt u daarover delen?

Vraag 5

Hoe beoordeelt u de stelling dat de procesduur van grote (inter)nationale procedures met een speciale handelsrechtbank kunnen worden afgedaan binnen een paar maanden, zodat procespartijen erop kunnen vertrouwen dat geschillen snel en deskundig worden opgelost?

Vraag 6

Welk beleid is ingezet om nu al grote (inter)nationale handelsgeschillen snel en deskundig op te lossen? Wat zal een speciale handelsrechtbank onderscheidend en/of noodzakelijk maken?

Vraag 7

Acht u het wenselijk dat, net als bij arbitrage, gekozen kan worden voor bepaalde rechters op basis van hun specifieke expertise?

Vraag 8

Welke (aanvullende) kosten zijn gemoeid met de instelling van bedoelde handelsrechtbank?

Vraag 9

Welke vervolgstappen gaat u zetten naar aanleiding van het pleidooi van de voorzitter van de Raad van de rechtspraak?

Naar boven